Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 7.0a
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Bronpublicatie:
12-04-2024, Stcrt. 2024, 12928 (uitgifte: 18-04-2024, regelingnummer: ACM/UIT/605893)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-04-2024, Stcrt. 2024, 12928 (uitgifte: 18-04-2024, regelingnummer: ACM/UIT/605893)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De netbeheerder geeft onder de in artikel 7.0b, eerste lid, onderdeel a, bedoelde omstandigheden alleen prioriteit bij de toekenning van transportcapaciteit indien:
- a.
een partij om prioriteit verzoekt; en
- b.
de partij die om prioriteit verzoekt voldoet aan de vereisten uit het tweede lid, onderdeel a, of het tweede lid, onderdeel b.
2.
De netbeheerder geeft een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, alleen prioriteit:
- a.
voor de functie genoemd in tabel 1, van bijlage 22:
- 1°
indien de netbeheerder vaststelt dat de verzoekende partij een congestie-verzachter is overeenkomstig de omschrijving in tabel 1 van bijlage 22; en
- 2°
indien de verzoeker contractuele afspraken heeft gemaakt met de netbeheerder waarin is vastgelegd dat hij zich zal gedragen als congestie-verzachter als bedoeld in de omschrijving in tabel 1, van bijlage 22;
- b.
voor de (sub)functie genoemd in tabel 2 of tabel 3 van bijlage 22:
- 1°
indien de verzoekende partij aangeeft dat hij een (sub)functie overeenkomstig de omschrijving in tabel 2 of tabel 3, van bijlage 22 uitoefent;
- 2°
indien de verzoekende partij de in tabel 4, van bijlage 22, genoemde bewijsstukken heeft overgelegd aan de netbeheerder; en
- 3°
indien de gevraagde transportcapaciteit alleen wordt gebruikt voor de afname van elektriciteit.
3.
De in tabel 4, van bijlage 22 bedoelde bestuursverklaring bevat:
- a.
een deugdelijke motivering waaruit blijkt dat de gevraagde transportcapaciteit noodzakelijk is voor de taken in de omschrijving zoals opgenomen per (sub)functie in tabel 2 of tabel 3, van bijlage 22;
- b.
een deugdelijke motivering waaruit blijkt dat de gevraagde transportcapaciteit noodzakelijk is om te starten met de activiteiten of taken als bedoeld in tabel 2 of tabel 3, van bijlage 22, en niet kan starten zonder de gevraagde transportcapaciteit;
- c.
een deugdelijke motivering waaruit blijkt dat de activiteit op korte termijn, na toekenning van de gevraagde transportcapaciteit en, voor zover van toepassing, na de realisatie van de aansluiting, zal starten;
- d.
een verklaring dat de bewijsstukken als bedoeld in tabel 4, van bijlage 22, compleet zijn;
- e.
een verklaring dat de bestuursverklaring naar waarheid is ingevuld; en
- f.
instemming dat de met prioriteit toegekende transportcapaciteit wordt afgenomen indien de verklaring niet naar waarheid is ingevuld en/of indien er sprake is van vervalsing van de bewijsstukken genoemd in tabel 4, van bijlage 22.
4.
In aanvulling op het derde lid, bevat de in tabel 4, van bijlage 22, bedoelde bestuursverklaring voor de functie woonbehoefte als bedoeld in tabel 3, van bijlage 22:
- a.
indien er sprake is van kleinschalige andere activiteiten bij de woonfunctie, een deugdelijke motivering dat de kleinschalige andere activiteiten nodig zijn om de woonfunctie te realiseren; en/of
- b.
indien er sprake is van collectieve voorzieningen waarvoor een aansluiting met een totale doorlaatwaarde van groter dan 3x35A nodig is, een deugdelijke motivering dat de collectieve voorziening en de daaraan gekoppelde aansluiting nodig is.
5.
De netbeheerder stelt na ontvangst van een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en in overleg met de verzoekende partij als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, vast of de partij kwalificeert als congestie-verzachter als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, en informeert de verzoekende partij daar schriftelijk over.
6.
De netbeheerder toetst binnen twintig werkdagen na ontvangst van het verzoek, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of de verzoekende partij voldoet aan de vereisten uit het tweede lid, onderdeel b.
7.
De netbeheerder informeert een verzoekende partij als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, schriftelijk of het verzoek voldoet aan de vereisten uit het tweede lid, onderdeel b.
8.
Indien de netbeheerder in zijn verzorgingsgebied per kwartaal bij meer dan 25% van het totaal aantal transportverzoeken zoals bedoeld in artikel 24, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 een prioriteringsverzoek, als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, ontvangt, meldt hij dit aan de Autoriteit Consument en Markt. De netbeheerder kan daarop in afstemming met de Autoriteit Consument en Markt besluiten:
- a.
om de toekenning van prioriteit tijdelijk te staken;
- b.
hoe tijdens de periode van staking wordt omgegaan met het toekennen van transportcapaciteit; en
- c.
hoe na een periode van staking, als bedoeld in onderdeel a, de werkwijze waarbij prioriteit wordt toegekend weer wordt gestart.
9.
Indien sprake is van een staking als bedoeld in het achtste lid, onderdeel a, vermeldt de netbeheerder de reden voor het staken en de duur daarvan op de website als bedoeld in artikel 9.8.