Overeenkomst tot arbitrage
Einde inhoudsopgave
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/4.2.3.5:4.2.3.5 Keuze tussen arbitrage en bindend advies; inleiding
Overeenkomst tot arbitrage (BPP nr. 13) 2011/4.2.3.5
4.2.3.5 Keuze tussen arbitrage en bindend advies; inleiding
Documentgegevens:
Mr. G.J. Meijer, datum 20-07-2011
- Datum
20-07-2011
- Auteur
Mr. G.J. Meijer
- JCDI
JCDI:ADS503492:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Zowel met arbitrage als met bindend advies doen partijen afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten, zij het bij arbitrage in sterker mate dan bij bindend advies (zie 3.2.2 en 4.2.3.9). Indien moet worden vastgesteld of partijen voor arbitrage dan wel voor bindend advies hebben gekozen, is — anders dan bij de keuze tussen arbitrage of bindend advies enerzijds en bemiddeling anderzijds — niet uitgesloten dat partijen met hun overeenkomst, die ongelukkigerwijze zowel in arbitrage als in bindend advies voorziet, afstand van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten hebben gedaan en dat nog slechts een keuze tussen arbitrage en bindend advies moet worden gemaakt, zonder dat dan nog behoeft te worden getoetst aan de maatstaf ex art. 6 lid 1 EVRM dat partijen ondubbelzinnig voor arbitrage dan wel voor bindend advies hebben gekozen.
Laatstgenoemde keuze tussen arbitrage en bindend advies kan voorkomen (i) als de overeenkomst tussen partijen voorziet in arbitrage, bindend advies en bemiddeling, terwijl bemiddeling als optie wegvalt, bijvoorbeeld omdat geen van de partijen zich daarop beroept of omdat met uitleg van de overeenkomst wordt vastgesteld dat partijen niet voor bemiddeling hebben gekozen, (ii) als de overeenkomst tussen partijen voorziet in arbitrage én bindend advies (zonder dat duidelijk is welk alternatief moet worden gevolgd) of (iii) als de overeenkomst tussen partijen voorziet in een methode van geschilbeslechting die noch eenduidig op arbitrage, noch eenduidig op bindend advies wijst, doch de terminologie van beide vormen van geschilbeslechting naast elkaar gebruikt alsof het één methode betreft.
Mijns inziens kan niet in algemene termen worden gezegd dat partijen afstand hebben willen doen van het recht op toegang tot bij de wet ingestelde gerechten, ongeacht het alternatief (arbitrage of bindend advies) dat uiteindelijk moet worden gevolgd. Ik zal dit in de volgende paragrafen uiteenzetten (zie 4.2.3.6-4.2.3.9).