Rb. Maastricht, 12-08-2009, nr. 321920 CV EXPL 09-401
ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ5298
- Instantie
Rechtbank Maastricht
- Datum
12-08-2009
- Zaaknummer
321920 CV EXPL 09-401
- LJN
BJ5298
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBMAA:2009:BJ5298, Uitspraak, Rechtbank Maastricht, 12‑08‑2009; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 12‑08‑2009
Inhoudsindicatie
Veroordeling voor openlijke geweldpleging in kader voetbalwedstrijd Ajax-Roda JC. Doorverkoop kaartjes door “Fanproject 98” Standaardvoorwaarden KNVB van toepassing ex artikel 6:253 en 6:254 BW. Voorwaardelijke reconventie?
Partij(en)
RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Heerlen
rolno: 09-401
zaakno: 321920
typ: mo
coll:
Vonnis van de kantonrechter d.d. 12 augustus 2009
inzake
de vereniging met rechtspersoonlijkheid Koninklijke Nederlandse Voetbalbond,
gevestigd en kantoorhoudende te Zeist
eiseres
gemachtigde: Van der Hoeden/Mulder gerechtsdeurwaarders en juristen
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats]
gedaagde
toevoegingsnr. 1EF9104, afgegeven d.d. 28 mei 2008, eigen bijdrage € 94,00
gemachtigde: mr. H.E.P. van Geelkerken te Heerlen.
1. PROCESVERLOOP
Door partijen zijn de volgende processtukken ingediend c.q. proceshandelingen verricht:
- -
exploot van dagvaarding, met producties;
- -
conclusie van antwoord in conventie, tevens conclusie van eis in voorwaardelijke reconventie;
- -
conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in voorwaardelijke reconventie, met producties;
- -
conclusie van dupliek in conventie, tevens conclusie van repliek in voorwaardelijke reconventie, met productie;
- -
conclusie van dupliek in voorwaardelijke reconventie.
De inhoud van deze stukken geldt als hier ingevoegd.
De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. BEOORDELING
- 1.
[gedaagde] heeft in 2006 bi[betrokkene]], een combiarrangement gekocht: busreis plus toegangskaartje voor de voetbalwedstrijd Ajax-Roda JC op 22 maart van dat jaar. [betrokkene] had de toegangskaartjes voor die wedstrijd verkregen van Roda JC, die de kaartjes op haar beurt weer had verkregen van Ajax.
Achterop het door [gedaagde] aangeschafte toegangskaartje staat De Huisregels AmsterdamArenA en KNVB voorwaarden zijn van toepassing en worden op verzoek toegezonden.
De standaardvoorwaarden van de KNVB kennen voorzover in deze relevant de volgende bepalingen:
Artikel 1: definities
c: stadion: het stadion en de bijbehorende gebouwen en terreinen, daaronder begrepen de toegangen en de toegangswegen.
Artikel 2: toepassingsgebied
De onderhavige standaardvoorwaarden zijn verbindend voor het publiek, dat zich voor, tijdens of na een voetbalwedstrijd danwel anderszins in een stadion bevindt.
Artikel 10: sanctie
- 10.2.
De KNVB is gerechtigd om (landelijke) stadionverboden op te leggen aan een ieder die volgens een melding van een club of het Openbaar Ministerie in of buiten het stadion in het kader van een voetbalwedstrijd:
- -
heeft gehandeld in strijd met deze standaardvoorwaarden;
- -
een strafbaar feit heeft begaan;
- -
zich zodanig heeft gedragen dat daardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad
(…)
- 10.3.
Indien de KNVB op grond van artikel 10.2 een stadionverbod heeft opgelegd, verbeurt betrokkene aan de KNVB een voor onmiddellijke opeising vatbare geldboete van maximaal € 450,- per handeling in strijd met deze standaardvoorwaarden, strafbaar feit en/of gedraging waardoor het aanzien en/of het belang van het voetbal wordt geschaad, zonder dat daartoe enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst noodzakelijk is.(...)
Voor aanvang van de voetbalwedstrijd tussen Ajax en Roda JC op 22 maart 2006 zijn in Amsterdam vechtpartijtjes uitgebroken tussen supporters van Ajax en Roda JC. [gedaagde], die voor de toegangspoort van het stadion stond, is samen met ongeveer 200 andere supporters van Roda JC door de politie opgepakt. Zij hebben een half uur tot drie kwartier vastgezeten voor de ingang van het stadion, waar de wedstrijd inmiddels was begonnen. [gedaagde] werd boos en liet zijn frustratie blijken door tegen een hek te schoppen en aan een bord te trekken. Daarvoor is hij door de strafrechter veroordeeld tot een taakstraf wegens openlijke geweldpleging (artikel 141W.v.Sr.)
De KNVB heeft [gedaagde] bij deurwaardersexploot van 4 mei 2006 een stadionverbod aangezegd voor de duur van 36 maanden en een boete opgelegd van € 450,00 met als reden dat ten aanzien van [gedaagde] een gegronde verdenking bestaat dat hij zich ter gelegenheid van de voetbalwedstrijd Ajax-Roda JC d.d. 22 maart 2006 heeft schuldig gemaakt aan openlijke geweldpleging en/of het schaden van het aanzien en de belangen van het voetbal. [gedaagde] heeft de boete niet voldaan.
2 De KNVB vordert veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de opgelegde boete van € 450,00, alsmede een bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten ad € 67,50, vermeerderd met rente en kosten.
De KNVB baseert zich op de artikelen 10.2 en 10.3 van haar standaardvoorwaarden, die van toepassing zijn verklaard bij aanschaf van een toegangskaart of een seizoenskaart. Ook het Reglement van Orde wijst een ieder die de terreinen van een stadion betreedt op de toepasselijkheid van de standaardvoorwaarden, aldus de KNVB. [gedaagde] heeft de standaardvoorwaarden overtreden door zich schuldig te maken aan openlijke geweldpleging en (mede daardoor) aan het schaden van het aanzien en het belang van het voetbal.
[gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd betwist, waartoe wordt verwezen naar de ingediende conclusies. Op het verweer zal - voorzover relevant - in het navolgende worden ingegaan.
3.1. De KNVB heeft de in 2004 bij de Rechtbank Utrecht gedeponeerde standaardvoorwaarden overgelegd, zoals deze in maart 2006 van kracht waren.
- 3.2.
[gedaagde] doet een beroep op de vernietigbaarheid van de standaardvoorwaarden, aangezien deze hem niet ter hand zijn gesteld. Ingevolge artikel 6:233 BW is een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar indien de gebruiker aan de wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om van de algemene voorwaarden kennis te nemen.
[gedaagde] mocht in dit geval bekend worden verondersteld met de standaardvoorwaarden van de KNVB. Hij is vanaf 2000 in het bezit van seizoenskaarten van Roda JC, waarop de standaardvoorwaarden eveneens van toepassing zijn verklaard. Hij is een frequent bezoeker van voetbalwedstrijden en reeds eerder, in 2002, is hem door de KNVB op grond van de standaardvoorwaarden een stadionverbod en een boete van € 450,00 opgelegd. Dat was eveneens vanwege openbare geweldpleging.
Verder is het zo dat ingevolge artikel 6:234 lid 1 sub b BW het vereiste van het op voorhand ter hand stellen van de standaardvoorwaarden niet geldt indien dat redelijkerwijs niet mogelijk is, maar aan de wederpartij op voorhand wel bekend is gemaakt dat de voorwaarden ter griffie van een gerecht zijn gedeponeerd en dat zij op verzoek zullen worden toegezonden. De KNVB weet tevoren niet aan wie toegangskaartjes worden verkocht. Het gaat om massale aantallen, waar door de clubs ook nog derden bij worden ingeschakeld, zoals [betrokkene]. Om die redenen kan van de KNVB redelijkerwijs niet worden verwacht dat zij bij ieder kaartje tevoren haar standaardvoorwaarden overhandigt. De toepasselijkheid van die voorwaarden stond wel op het kaartje vermeld, alsmede dat de voorwaarden op verzoek kunnen worden toegezonden, zodat ook aan de overige vereisten van artikel 6:234 lid 1 sub b is voldaan.
Op grond van het vorenstaande staat vast dat de standaardvoorwaarden van de KNVB van toepassing zijn. Deze voorwaarden kennen aan de KNVB bepaalde rechten toe, zodat de KNVB op grond van het bepaalde in de artikelen 6:253 en 6:254 BW partij is geworden bij de overeenkomst. Het standpunt van [gedaagde] dat de standaardvoorwaarden van de KNVB niet van toepassing zijn, omdat [betrokkene], van wie hij het kaartje heeft gekocht, deze niet van toepassing heeft verklaard gaat niet op. [betrokkene] heeft de kaartjes immers doorverkocht onder toepassing van de standaardvoorwaarden van de KNVB. [gedaagde] heeft deze voorwaarden ook niet onverwijld afgewezen.
- 3.3.
[gedaagde] stelt dat de gedragingen hebben plaatsgevonden buiten het stadion, maar uit de door hem weergegeven feitelijke gang van zaken blijkt dat hij zich op een der toegangswegen bevond en dat valt ingevolge artikel 1 sub c onder het begrip “stadion” en niet onder het door [gedaagde] genoemde “publiek domein”.
- 3.4.
Het verweer van [gedaagde] dat hij procedureel is geschaad doordat de bij dagvaarding overgelegde standaardvoorwaarden andere zijn dan de voorwaarden uit 2006 wordt verworpen, nu de artikelen slechts in details afwijken en [gedaagde] bij dupliek heeft kunnen reageren. De voorwaarden zijn ook voldoende duidelijk. Of, c.q. dat [gedaagde] “als consument” van “de kleine lettertjes” geen kennis neemt maakt niet dat de voorwaarden om die reden buiten toepassing blijven.
Uit het voorgaande volgt dat de bezwaren van [gedaagde] tegen de (toepasselijkheid van de ) standaardvoorwaarden worden verworpen. Deze zijn niet onredelijk bezwarend en er is evenmin aanleiding om deze in het kader van de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid buiten beschouwing te laten.
- 3.5.
Het beroep van [gedaagde] op matiging van de boete wordt gepasseerd. Of Ajax zelf schade heeft opgelopen door het handelen van [gedaagde] is niet relevant. Het gaat in dit geval om het met (handhaving van de) standaardvoorwaarden door de KNVB gediende algemene belang, te weten het verzekeren van orde en veiligheid in en rond de stadions en het bestrijden van voetbalvandalisme. Dit belang brengt met zich mee dat het niet mogelijk is om alle mogelijke vormen van de misdragingen concreet in de standaardvoorwaarden te noemen en daaraan sancties te verbinden. De door de KNVB gehanteerde richtlijn 2005/2006 voor het opleggen van boetes geven de nodige rechtszekerheid en duidelijkheid aan voetbalsupporters en voorkomt juist willekeur, dit in tegenstelling tot hetgeen [gedaagde] beweert. De in die richtlijn opgenomen boete(s) is/zijn ook niet disproportioneel en van misbruik van een monopoliepositie is geen sprake. Bovendien was [gedaagde] op grond van zijn eerdere ervaringen in 2002 ervan op de hoogte welke risico’s hij liep en welke boete hem mogelijkerwijze te wachten stond, wanneer hij in het kader van een voetbalwedstrijd openlijk geweld zou plegen. Dat strafbare feit heeft hij gepleegd en daarvoor is hij veroordeeld.
- 3.6.
Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat de boete en de medegevorderde rente toewijsbaar zijn, evenals de explootkosten voor het stadionverbod. Dat laatste op grond van art. 10.8 van de standaardvoorwaarden.
De buitengerechtelijke kosten zullen worden afgewezen, nu onvoldoende gemotiveerd is gesteld dat ter zake meer kosten zijn gemaakt dan die waarvoor de artikelen 237 tot en met 240 Rv reeds een vergoeding plegen in te houden.
- 3.7.
Hetgeen [gedaagde] verder nog aanvoert zal, als niet ter zake doende, danwel in het voorgaande besproken, worden gepasseerd en leidt niet tot een ander oordeel.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van deze procedure worden verwezen.
- 3.8.
[gedaagde] heeft, na vermindering, in voorwaardelijke reconventie gevorderd een verklaring voor recht dat de KNVB geen rechten kan ontlenen aan het stadionverbod, hem op onterechte gronden een stadionverbod heeft opgelegd, dat door [gedaagde] in rechte is vernietigd en dat de KNVB jegens [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld, danwel wanprestatie heeft gepleegd.
Nu de hoofdvordering in conventie is toegewezen behoeft de voorwaardelijke vordering in reconventie geen beoordeling, temeer daar [gedaagde] nalaat aan te geven onder welke voorwaarde hij die vordering instelt.
3 UITSPRAAK
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan de KNVB tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen een bedrag van € 510,79, vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 450,00 vanaf 9 januari 2009 tot de dag der algehele voldoening;
veroordeelt [gedaagde] in de aan de zijde van de KNVB gerezen proceskosten, tot op heden begroot op in totaal € 425,25, waarin begrepen € 153,00 vastrecht, € 72,25 explootkosten en € 200,00 terzake salaris en noodzakelijke kosten van de gemachtigde;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.C. Oosterman-Meulenbeld, kantonrechter, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.