Einde inhoudsopgave
Faillissementswet BES
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 10-10-2010
- Redactionele toelichting
Tekstplaatsing van het Faillissementsbesluit 1931, zoals gewijzgd bij de Aanpassingswet openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba (17-05-2010, Stb. 350) en de Aanpassingsregeling BES-wetten (28-09-2010, Stcrt. 15040). Tijdstip iwtr.: 00.00 uur in Bonaire, Sint Eustatius en Saba. 06.00 uur in het Europese deel van Nederland.
- Bronpublicatie:
22-09-2010, Stb. 2010, 496 (uitgifte: 01-10-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
10-10-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-09-2010, Stb. 2010, 389 (uitgifte: 01-01-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Bedrijfseconomisch advies (V)
Insolventierecht / Faillissement
Insolventierecht / Surseance van betaling
1.
Niettemin blijven buiten het faillissement:
- 1°
de zaken, vermeld in artikel 447, onderdelen a tot en met c, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES, de toerusting van de leden van de krijgsmacht volgens hun dienst en rang, het auteursrecht in de gevallen waarin het niet vatbaar is voor beslag, alsmede hetgeen in het eerste lid van artikel 448 van genoemd wetboek omschreven is, tenzij in het faillissement schuldeisers opkomen wegens vorderingen, vermeld in het tweede lid van dat artikel;
- 2°
hetgeen de gefailleerde door persoonlijke werkzaamheid, als bezoldiging wegens een ambt of bediening dan wel als soldij, riddersoldij, gagement, pensioen, uitkering bij wijze van pensioen of onderstand gedurende het faillissement verkrijgt indien en voor zoover de rechter-commissaris zulks bepaalt;
- 3°
de gelden, welke aan den gefailleerde verstrekt worden ter voldoening aan een wettelijken onderhoudsplicht;
- 4°
Een door de rechter-commissaris te bepalen bedrag uit de opbrengst van het in artikel 253l, eerste en tweede lid, van Boek 1 van het Burgerlijk wetboek BES bedoelde vruchtgenot, ter bestrijding van de in artikel 253l, derde lid, van Boek 1 van dat wetboek vermelde lasten en van de kosten van verzorging en opvoeding van het kind;
- 5°
het ingevolge artikel 642c van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering BES gestorte bedrag;
- 6°
de goederen, bedoeld in artikel 56a, derde lid.
2.
In dit artikel wordt onder ‘gefailleerde’ mede begrepen de echtgenoot van en in eenige gemeenschap gehuwden gefailleerde.