Einde inhoudsopgave
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad (R&P nr. InsR11) 2019/5.6.4.2
5.6.4.2 Hedley Byrne v Heller
mr. A. Karapetian, datum 01-01-2019
- Datum
01-01-2019
- Auteur
mr. A. Karapetian
- JCDI
JCDI:ADS344886:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Materieel strafrecht / Algemeen
Voetnoten
Voetnoten
Per rechter Devlin, nr. 29.
Zie Henderson v Merrett Syndicates Ltd, [1995] 2 A.C. 145, 180 HL. Zie ook Spring v Guardian Assurance plc, [1995] 2 A.C. 296, HL waarin rechter Goff het geldende recht in meer algemene zin weergeeft. Zie tevens de eerdere zaak in Chaudhry v Prabhakar, [1989] 1 W.L.R. 29, CA waarin reeds een niet beroepsboefenaar aansprakelijk werd gehouden voor verstrekte informatie op de grond dat hij in dat specifieke geval beter in staat was de stand van zaken te beoordelen en dienovereenkomstig te adviseren dan de benadeelde.
Spring v Guardian Assurance plc, [1995] 2 A.C. 296, HL per rechter Goff.
De benadeelde partij, Hedley Byrne, dreef een onderneming die zich toelegde op het inkopen van advertentieruimte voor bedrijven. De onderneming fungeerde daarbij als vertegenwoordiger van die bedrijven en aanvaardde hoofdelijke aansprakelijkheid in het geval deze hun betalingsverplichtingen niet zouden nakomen. Hedley Byrne verzocht door middel van haar bank informatie over de kredietwaardigheid van een potentiele klant bij de bank waar deze een rekening aanhield. Door die bank werd een positieve aanbeveling gegeven en deze werd bij een tweede gelegenheid bevestigd, beide malen onder vermelding van de vertrouwelijkheid van de informatie en de omstandigheid dat de informatie werd verstrekt ‘without responsibility’. Hedley Byrne sloot in vertrouwen hierop een overeenkomst met de klant die vervolgens insolvent bleek en haar betalingsverplichtingen niet kon nakomen. Hedley Byrne leed substantiële schade en wilde deze verhalen op de bank bij welke informatie was opgevraagd op de grondslag dat deze onzorgvuldig (‘negligent’) was geweest in het verstrekken ervan. In een uitgebreid gemotiveerde uitspraak besliste het House of Lords dat aansprakelijkheid kan worden aangenomen indien er sprake is van een ‘assumption of responsibility’ aan de zijde van degene die de uitspraken heeft gedaan.1 Diverse kritieken op deze uitspraak ten spijt, kwam naar aanleiding hiervan onder de noemer ‘negligent misstatements’ een leerstuk tot ontwikkeling bij de toepassing waarvan het vereiste van ‘assumption of responsibility’ onder omstandigheden essentieel blijkt. Hoewel in het begin werd aangenomen dat de overwegingen in Hedley Byrne enkel zien op de positie van de professionele beroepsbeoefenaar, vormde de uitspraak gaandeweg meer algemeen de grondslag voor de beoordeling van ‘negligent misstatements’ ongeacht de hoedanigheid van de handelende partij.2 Rechter Goff verwoordde het aldus dat Hedley Byrne niet een geval is van ‘special skill’, maar van ‘special knowledge’.3