Einde inhoudsopgave
Handels- en Samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds
Artikel 419 Verkeersrechten
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2021
- Bronpublicatie:
30-12-2020, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-05-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2021, PbEU 2021, L 149 (uitgifte: 30-04-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Europees ondernemingsrecht
Douane (V)
1.
Elke Partij verleent de andere Partij, met het oog op het verrichten van luchtvervoer op de in artikel 418 vermelde routes, het recht om haar respectieve luchtvaartmaatschappijen:
- a)
over haar grondgebied te laten vliegen zonder te landen;
- b)
op haar grondgebied te laten landen voor andere dan verkeersdoeleinden.
2.
Het Verenigd Koninkrijk heeft het recht om zijn luchtvaartmaatschappijen op het grondgebied van de Unie te laten landen om geregelde en niet-geregelde luchtvervoersdiensten te verrichten tussen alle punten op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk en alle punten op het grondgebied van de Unie (verkeersrechten van de derde en vierde vrijheid).
3.
De Unie heeft het recht om haar luchtvaartmaatschappijen op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk te laten landen om geregelde en niet-geregelde luchtvervoersdiensten te verrichten tussen alle punten op het grondgebied van de Unie en alle punten op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk (verkeersrechten van de derde en vierde vrijheid).
4.
Niettegenstaande de leden 1, 2 en 3 en onverminderd lid 9, kunnen de lidstaten en het Verenigd Koninkrijk, met inachtneming van de respectieve interne regels en procedures van de Partijen, bilaterale regelingen treffen waarbij zij elkaar in het kader van deze overeenkomst de volgende rechten verlenen:
- a)
voor het Verenigd Koninkrijk, het recht voor zijn luchtvaartmaatschappijen om op het grondgebied van de betrokken lidstaat tussenlandingen te verrichten om geregelde en niet-geregelde luchtvervoersdiensten te verrichten tussen punten op het grondgebied van die lidstaat en punten in een derde land als onderdeel van een dienst met vertrek of bestemming op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk (verkeersrechten van de vijfde vrijheid);
- b)
voor de betrokken lidstaat, het recht voor luchtvaartmaatschappijen uit de Unie om op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk een tussenlanding te maken om geregelde en niet-geregelde luchtvervoersdiensten te verrichten tussen punten op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk en punten in een derde land, als onderdeel van een dienst met vertrek of bestemming op het grondgebied van die lidstaat (verkeersrechten van de vijfde vrijheid).
5.
Op de overeenkomstig lid 4 wederzijds verleende rechten zijn de bepalingen van deze titel van toepassing.
6.
Geen van beide Partijen beperkt eenzijdig het verkeersvolume, de capaciteit, de frequentie, de regelmaat, de routes, de herkomst of de bestemming van de luchtvervoersdiensten die overeenkomstig de leden 2, 3 en 4 worden geëxploiteerd, of de types luchtvaartuigen die daartoe door de luchtvaartmaatschappijen van de andere Partij worden geëxploiteerd, behalve, op niet-discriminerende wijze, om redenen die verband houden met douane, techniek, exploitatie, veiligheid van het luchtverkeersbeheer, milieu of volksgezondheid of tenzij anders bepaald in deze titel.
7.
Niets in deze titel verleent het Verenigd Koninkrijk het recht om zijn luchtvaartmaatschappijen op het grondgebied van een lidstaat tegen vergoeding passagiers, bagage, vracht of post aan boord te laten nemen die bestemd zijn voor een ander punt op het grondgebied van die of een andere lidstaat.
8.
Niets in deze titel verleent de Unie het recht om haar luchtvaartmaatschappijen op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk tegen vergoeding passagiers, bagage, vracht of post aan boord te laten nemen die bestemd zijn voor een ander punt op het grondgebied van het Verenigd Koninkrijk.
9.
Met inachtneming van de interne regels en procedures van de Partijen kunnen de bevoegde autoriteiten van het Verenigd Koninkrijk en de lidstaten niet-geregelde luchtdiensten toestaan die verder gaan dan de in dit artikel vastgestelde rechten, op voorwaarde dat die geen verkapte geregelde diensten vormen, en bilaterale regelingen vaststellen met betrekking tot de te volgen procedures bij de behandeling van en de besluitvorming over aanvragen van luchtvaartmaatschappijen.