Einde inhoudsopgave
Traktaat tot definitieve regeling der wederzijdsche regten en belangen
Artikel 56
Geldend
Geldend vanaf 05-02-1843
- Bronpublicatie:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
05-02-1843
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-11-1842, Stb. 1843, 3 (uitgifte: 07-02-1843, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
Het gedeelte der kas van den algemeenen Rijkskassier, dat op den 1sten October 1830 zich bevond in handen van dien Kassier, en bij zijne Agenten in de voormalige zuidelijke provinciën van het Koningrijk der Nederlanden, met uitzondering der steden Maastricht en Luxemburg, blijft het eigendom der Belgische schatkist. De stukken en documenten, welke strekken moeten om den stand van zaken bij gemelden algemeenen Kassier op het genoemde tijdstip van 1 October 1830 te doen kennen, zullen onmiddellijk door het Gouvernement der Nederlanden aan dat van Belgie worden uitgereikt.