Einde inhoudsopgave
Netcode elektriciteit
Artikel 6.28
Geldend
Geldend vanaf 05-07-2024
- Bronpublicatie:
02-07-2024, Stcrt. 2024, 21776 (uitgifte: 04-07-2024, regelingnummer: ACM/UIT/616198)
- Inwerkingtreding
05-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
02-07-2024, Stcrt. 2024, 21776 (uitgifte: 04-07-2024, regelingnummer: ACM/UIT/616198)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Distributie
1.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet stuurt naar de DC-aangesloten power park module een signaal, als bedoeld in artikel 39, eerste lid, onderdeel a, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), dat ofwel een in het synchrone gebied gemeten frequentie is ofwel een referentiewaarde voor het werkzame vermogen. De DC-aangesloten power park module kan beide signaaltypen verwerken.
2.
De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet specificeert voor de DC-aangesloten power park module die is aangesloten via een HVDC-systeem dat is gekoppeld aan meerdere regelzones de gecoördineerde frequentieregeling, als bedoeld in artikel 39, eerste lid, onderdeel b, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), en legt deze vast in de aansluit- en transportovereenkomst.
3.
Indien de ontwerpfrequentie afwijkt van 50 Hz, specificeert de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet de van toepassing zijnde frequentiebereiken en tijdsperiodes, als bedoeld in artikel 39, tweede lid, onderdeel a, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), en legt deze vast in de aansluit- en transportovereenkomst.
4.
De DC-aangesloten power park module is in staat zich automatisch te ontkoppelen, als bedoeld in artikel 39, tweede lid, onderdeel c, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), bij lage frequenties en bij hoge frequenties. De netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet komt de voorwaarden en instellingen voor automatische ontkoppeling overeen met de aangeslotene die beschikt over een DC-aangesloten power park module en neemt deze op in de aansluit- en transportovereenkomst.
5.
Op de DC-aangesloten power park module is artikel 3.13, vierde lid, artikel 3.17, derde en achtste tot en met elfde lid, artikel 3.19, tiende tot en met zestiende lid, artikel 3.20 en artikel 3.28, derde tot en met zesde lid, van overeenkomstige toepassing.
6.
Het uitgangsvermogen van een DC-aangesloten power park module wijzigt, als bedoeld in artikel 39, vijfde lid, van de Verordening (EU) 2016/1447 (NC HVDC), niet als gevolg van een wijziging van de frequentie, behalve wanneer het werkzame vermogen wordt gemoduleerd als gevolg van de frequentierespons van de LFSM-O.
7.
Op de DC-aangesloten power park module is artikel 3.24, met uitzondering van het zevende lid, van overeenkomstige toepassing.