RvdW 2017/675
‘s Hofs uitleg tenlastelegging als een verwijt van schuldwitwassen is niet onverenigbaar met de bewoordingen ervan en levert geen grondslagverlating op, ook al is in de inleidende dagvaarding enkel verwezen naar het artikel waarin opzetwitwassen strafbaar is gesteld.
HR 06-06-2017, ECLI:NL:HR:2017:1021
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
6 juni 2017
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, E.S.G.N.A.I. van de Griend, E.F. Faase
- Zaaknummer
15/05044
- Conclusie
A-G mr. P.C. Vegter
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:1021, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 06‑06‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:389, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 11‑04‑2017
Essentie
‘s Hofs uitleg tenlastelegging als een verwijt van schuldwitwassen is niet onverenigbaar met de bewoordingen ervan en levert geen grondslagverlating op, ook al is in de inleidende dagvaarding enkel verwezen naar het artikel waarin opzetwitwassen strafbaar is gesteld.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 23 oktober 2015, nummer 21/007432-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. G.A. Jansen en Th.O.M. Dieben, te Amsterdam.
Conclusie
Conclusie A-G mr. P.C. Vegter:
1.
De verdachte is bij arrest van 23 oktober 2015 door het hof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.