Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie
Artikel 24 Berekening van emissies volgens de standaardmethode
Geldend
Geldend vanaf 17-10-2024
- Redactionele toelichting
Wordt toegepast vanaf 01-01-2024.
- Bronpublicatie:
23-09-2024, PbEU L 2024, 2024/2493 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 2024/2493)
- Inwerkingtreding
17-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-09-2024, PbEU L 2024, 2024/2493 (uitgifte: 27-09-2024, regelingnummer: 2024/2493)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Lucht
1.
Bij de standaardmethode berekent de exploitant de verbrandingsemissies van elke bronstroom door vermenigvuldiging van de activiteitsgegevens met betrekking tot de hoeveelheid verbrande brandstof, uitgedrukt in terajoule op basis van de calorische onderwaarde, met de overeenkomstige emissiefactor, uitgedrukt in ton CO2 per terajoule (t CO2/TJ) in overeenstemming met het gebruik van de calorische onderwaarde, en met de overeenkomstige oxidatiefactor.
1 bis.
Voor de rapportage pro memorie berekent de exploitant ook voor elke verbrande bronstroom en voor brandstoffen die als ingezet materiaal worden gebruikt, de volgende parameters die in deze berekeningen worden gedefinieerd:
- i)
de totale voorlopige emissies worden berekend door vermenigvuldiging van de activiteitsgegevens in verband met de hoeveelheid verbrande brandstof, uitgedrukt in ton of kubieke meter normaal, met de overeenkomstige voorlopige emissiefactor en de overeenkomstige oxidatiefactor;
- ii)
biomassa-emissies worden berekend door vermenigvuldiging van de totale voorlopige emissies met de biomassafractie;
- iii)
biomassa-emissies waarvoor het nultarief geldt, worden berekend door vermenigvuldiging van de totale voorlopige emissies met de biomassafractie waarvoor het nultarief geldt;
- iv)
emissies uit RFNBO's, RCF's of synthetische koolstofarme brandstoffen worden berekend door vermenigvuldiging van de totale voorlopige emissies met de RFNBO- of RCF-fractie of de synthetische koolstofarme fractie;
- v)
emissies uit RFNBO's, RCF's of synthetische koolstofarme brandstoffen waarvoor het nultarief geldt, worden berekend door vermenigvuldiging van de totale voorlopige emissies met de RFNBO- of RCF-fractie waarvoor het nultarief geldt of de synthetische koolstofarme fractie waarvoor het nultarief geldt.
2.
De exploitant bepaalt procesemissies per bronstroom door vermenigvuldiging van de activiteitsgegevens met betrekking tot materiaalverbruik, doorvoercapaciteit of productiecapaciteit, uitgedrukt in ton of kubieke meter normaal, met de overeenkomstige emissiefactor, uitgedrukt in t CO2/t of t CO2/Nm3, en de overeenkomstige conversiefactor.
2 bis.
Voor de rapportage pro memorie berekent de exploitant ook voor elke bronstroom die verband houdt met procesemissies de volgende parameters die in deze berekeningen worden gedefinieerd:
- i)
de totale voorlopige emissies worden berekend door vermenigvuldiging van de activiteitsgegevens met betrekking tot materiaalverbruik, doorvoercapaciteit of productiecapaciteit, uitgedrukt in ton of kubieke meter normaal, met de overeenkomstige emissiefactor, uitgedrukt in t CO2/t of t CO2/Nm3, en de overeenkomstige conversiefactor;
- ii)
biomassa-emissies worden berekend door vermenigvuldiging van de totale voorlopige emissies met de desbetreffende biomassafractie;
- iii)
biomassa-emissies waarvoor het nultarief geldt, worden berekend door vermenigvuldiging van de totale voorlopige emissies met de desbetreffende biomassafractie waarvoor het nultarief geldt.
3.
Indien een emissiefactor van niveau 1 of niveau 2 alle effecten van onvolledige chemische reacties omvat, wordt de oxidatie- of conversiefactor op 1 gezet.