RvdW 2016/398
Slagende bewijsklacht medeplegen poging moord. De door het Hof in aanmerking genomen feiten zijn onvoldoende om te kunnen aannemen dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het delict.
HR 08-03-2016, ECLI:NL:HR:2016:382
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
8 maart 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
15/02902
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:382, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 08‑03‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:84, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 19‑01‑2016
Essentie
Slagende bewijsklacht medeplegen poging moord. De door het Hof in aanmerking genomen feiten zijn onvoldoende om te kunnen aannemen dat verdachte een wezenlijke bijdrage heeft geleverd aan het delict.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 12 februari 2014, nummer 20/001663-12, in de strafzaak tegen: [verdachte]. E.E.W.J. Maessen, te Maastricht.
Conclusie
Conclusie A-G mr. F.W. Bleichrodt:
1.
De verdachte is bij arrest van 12 februari 2014 door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch wegens “medeplegen van poging tot moord”, veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van zes maanden, met ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.