Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures
Einde inhoudsopgave
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/7.3.1:7.3.1 Inleiding
Rechtsbescherming van ondernemers in aanbestedingsprocedures (R&P nr. VG7) 2013/7.3.1
7.3.1 Inleiding
Documentgegevens:
mr. A.J. van Heeswijck, datum 28-11-2013
- Datum
28-11-2013
- Auteur
mr. A.J. van Heeswijck
- JCDI
JCDI:ADS584797:1
- Vakgebied(en)
Aanbestedingsrecht / Gunning
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Aanbestedingsrecht / Algemeen
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
HvJ EG 12 februari 2004, C-230/02 (Grossmann).
Zie o.a. Van de Meent 2006; Van Nouhuys 2006; ’t Hart 2009; Jansen in zijn noot onder HR 26 juni 2009, TBR 2009, p. 862-872; Pijnacker Hordijk, Van der Bend & Van Nouhuys 2009, p. 588-593; Van Nouhuys 2009; Jansen 2009, p. 118-138; Heemskerk & Semmekrot 2010; Ellian 2012; Knoups 2013.
HR 26 juni 2009, NJ 2009, 306 (gemeente Roermond/Vissers-Ploegmakers).
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Aanbesteden blijft ondanks alle elektronische hulpmiddelen mensenwerk. Aanbesteders kunnen bij de uitvoering van aanbestedingsprocedures fouten maken. Veel fouten, zoals onduidelijke voorwaarden of onrechtmatige criteria, kunnen zonder veel vertraging voor de aanbestedingsprocedure worden gerepareerd. Een aanbesteder die onbewust een fout maakt, kan een gebrek in zijn bestek niet herstellen, wanneer een potentiële inschrijver hem daarop niet tijdig attendeert. Potentiële inschrijvers die ‘hun kruit droog houden’ door bezwaren tegen eisen en criteria pas na de mededeling van de gunningsbeslissing kenbaar maken, kunnen de voortgang van de aanbestedingsprocedure frustreren. Als zij een rechtsvordering instellen, lopen zij het risico een ‘Grossmann-verweer’ tegengeworpen te krijgen. De strekking van dit verweer is kort gezegd dat het recht van de inschrijver om over onregelmatigheden te klagen, is vervallen, omdat daarover niet tijdig is geklaagd. Bij honorering van het Grossmann-verweer komt de rechter vaak niet toe aan de inhoudelijke beoordeling van de bezwaren.
Het ‘Grossmann-verweer’ ontleent zijn officieuze naam aan het gelijknamige arrest van het HvJ,1 en wordt in de Nederlandse jurisprudentie meestal in de sleutel van rechtsverwerking geplaatst. Over dit onderwerp is al veel geschreven.2 In gemeente Roermond/Vissers-Ploegmakers heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de betekenis van het Grossmann-arrest voor de Nederlandse rechtspraktijk.3 Tot eenstemmigheid heeft dit alles niet geleid. In deze paragraaf geef ik mijn visie op het Grossmann-verweer.
Paragraaf 3.2 begint met een nadere beschouwing over Grossmann. In paragraaf 3.3 komt de betekenis van dit arrest voor het Nederlandse rechtsstelsel aan bod. In paragraaf 3.4 wordt vervolgens een aantal gronden uitgewerkt waarop een Grossmann-verweer naar Nederlands recht kan worden gebaseerd.