Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) nr. 473/2013 gemeenschappelijke voorschriften monitoren en beoordelen ontwerpbegrotingsplannen en garanderen correctie buitensporige tekorten lidstaten eurozone
Artikel 4 Gemeenschappelijk budgettair tijdschema
Geldend
Geldend vanaf 30-05-2013
- Bronpublicatie:
21-05-2013, PbEU 2013, L 140 (uitgifte: 27-05-2013, regelingnummer: 473/2013)
- Inwerkingtreding
30-05-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-05-2013, PbEU 2013, L 140 (uitgifte: 27-05-2013, regelingnummer: 473/2013)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
Overheidsfinanciën / Begroting
1.
Bij voorkeur voor 15 april maar uiterlijk 30 april van elk jaar maken de lidstaten, in het kader van het Europees semester, hun nationale begrotingsplannen voor de middellange termijn openbaar, die stroken met hun begrotingskader voor de middellange termijn. Dergelijke plannen bevatten ten minste alle gegevens die moeten worden verstrekt in hun stabiliteitsprogramma's, en worden samen met de nationale hervormingsprogramma's en de stabiliteitsprogramma's ingediend. Dergelijke plannen stemmen overeen met het kader voor coördinatie van het economich[lees: economisch] beleid in de kader van de jaarlijkse toezichtcyclus, die in het bijzonder de algemene richtsnoeren voor de lidstaten omvat die door de Commissie en de Europese Raad aan het begin van de cyclus worden uitgevaardigd. Zij stemmen ook overeen met de aanbevelingen in het kader van het SGP en, in voorkomend geval, met de aanbevelingen in het kader van de jaarlijkse toezichtcyclus, met inbegrip van de procedure betreffende macro-economische onevenwichtigheden, zoals vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 1176/2011, en met de adviezen aangaande economisch partnerschapsprogramma's als bedoeld in artikel 9.
Nationale begrotingsplannen voor de middellange termijn en nationale hervormingsprogramma's bevatten indicaties over de wijze waarop de uitgezette hervormingen en maatregelen naar verwachting zullen bijdragen aan de verwezenlijking van de doelstellingen en nationale verbintenissen in het kader van de strategie van de Unie voor groei en werkgelegenheid. Voorts bevatten nationale begrotingsplannen voor de middellange termijn of nationale hervormingsprogramma's indicaties over het verwachte economische rendement van niet-defensie gerelateerde overheidsinvesteringsprojecten die aanzienlijke budgettaire gevolgen hebben. Nationale begrotingsplannen voor de middellange termijn en stabiliteitsprogramma's mogen in hetzelfde document worden gepresenteerd.
2.
De ontwerpbegroting van de centrale overheid voor het komende jaar en de belangrijkste parameters van de ontwerpbegrotingen van alle andere subsectoren van de algemene overheid worden jaarlijks uiterlijk 15 oktober openbaar gemaakt.
3.
De begroting van de centrale overheid worden jaarlijks uiterlijk 31 december aangenomen of vastgesteld en openbaar gemaakt, samen met de actuele belangrijkste parameters voor alle andere subsectoren van de algemene overheid. De lidstaten beschikken over uitgestelde-begrotingsprocedures die zij toepassen indien de begroting, omwille van objectieve redenen buiten de macht van de overheid, op 31 december niet is aangenomen of vastgesteld en openbaar gemaakt.
4.
Nationale begrotingsplannen op de middellange termijn en de in de leden 1 en 2 bedoelde ontwerpbegrotingen zijn gebaseerd op onafhankelijke macro-economische prognoses en vermelden of de begrotingsprognoses door een onafhankelijke instantie zijn opgesteld of bekrachtigd. Deze prognoses worden openbaar gemaakt samen met de nationale begrotingsplannen op de middellange termijn en de ontwerpbegrotingen die op basis hiervan zijn opgesteld.