RI 2019/34
Wie heeft te gelden als werkgever wanneer een arbeidsovereenkomst is aangegaan met een v.o.f.?
HR 19-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:649
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
19 april 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/02700
- Conclusie
A-G mr. E.B. Rank-Berenschot
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS54933:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:649, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 19‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:189, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Prejudiciële vragen. Boedelschuld. Arbeidsovereenkomst met v.o.f.
Wie is als werkgever aan te merken wanneer een arbeidsovereenkomst wordt aangegaan met een v.o.f.? Geldt het wettelijk voorrecht van werknemer en van UWV ook in faillissement of schuldsaneringsregeling van de vennoten? Is de boedelschuld ter zake van loon en premieschulden ook boedelschuld in faillissement of schuldsaneringsregeling van de vennoten?
Samenvatting
De v.o.f. had twee vennoten. Zowel de v.o.f. als de vennoten zijn in staat van faillissement verklaard, waarna de faillissementen van de vennoten zijn omgezet in wettelijke schuldsaneringsregelingen. In het faillissement van de v.o.f. heeft het UWV preferente faillissements- en boedelvorderingen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.