Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/2303 inzake het Asielagentschap van de Europese Unie en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 439/2010
Artikel 26 Wettelijke aansprakelijkheid
Geldend
Geldend vanaf 19-01-2022
- Bronpublicatie:
15-12-2021, PbEU 2021, L 468 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2303)
- Inwerkingtreding
19-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2021, PbEU 2021, L 468 (uitgifte: 30-12-2021, regelingnummer: 2021/2303)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
EU-recht / Instituties
1.
De gastlidstaat is overeenkomstig zijn nationale recht aansprakelijk voor de schade die de deskundigen die deel uitmaken van een asielondersteuningsteam tijdens hun operaties op zijn grondgebied veroorzaken.
2.
Indien deze schade het gevolg is van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag door deskundigen die deel uitmaken van een asielondersteuningsteam, kan de gastlidstaat zich tot de lidstaat van herkomst of het Agentschap wenden met het oog op de terugbetaling van de bedragen die de gastlidstaat aan de benadeelden of hun rechthebbenden op deze bedragen heeft uitgekeerd.
3.
Onverminderd de uitoefening van zijn rechten tegenover derden doet elke lidstaat afstand van al zijn vorderingen tegen de gastlidstaat of elke andere lidstaat met betrekking tot de door hem geleden schade, tenzij de schade door grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag is veroorzaakt.
4.
Geschillen tussen lidstaten of tussen een lidstaat en het Agentschap in verband met de toepassing van de leden 2 en 3 van dit artikel die niet kunnen worden beslecht door wederzijdse onderhandelingen, worden overeenkomstig artikel 273 VWEU door de betrokkenen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie voorgelegd.
5.
Onverminderd de uitoefening van zijn rechten tegenover derden, worden kosten ten gevolge van tijdens de inzet aan de uitrusting van het Agentschap veroorzaakte schade worden gedragen door het Agentschap, behalve in geval van grove nalatigheid of opzettelijk wangedrag.