JWB 2012/151
Burgerlijk procesrecht
HR 23-03-2012, ECLI:NL:HR:2012:BV3409
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
23 maart 2012
- Zaaknummer
11/05319
- LJN
BV3409
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Cassatie
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2012:BV3409, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 23‑03‑2012
ECLI:NL:PHR:2012:BV3409, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑02‑2012
- Wetingang
art. 3 lid 4 Wet griffierechten burgerlijke zaken; art. 282a lid 2 Rv in verbinding met art. 427b Rv; art. 127a lid 3 Rv
Essentie
Burgerlijk procesrecht
Samenvatting
Casus
Verzoeker tot cassatie heeft ongeveer 5 dagen na het verstrijken van de in artikel 3 lid 4 Wet griffierechten burgerlijke zaken het griffierecht voldaan. De advocaat van verzoeker heeft zich schriftelijk uitgelaten over de te late betaling van de griffierechten, stellende dat ten gevolge van de nieuwe regeling rond de betaling van de griffierechten iets is misgegaan in de communicatie met verzoeker, die de griffierechten rechtstreeks zou voldoen, en hij verzoekt in verband met de aanloopproblemen bij de invoering van het nieuwe griffierechtenstelsel het verzuim als verschoonbaar aan te merken.
Rechtsvraag
Dient verzoeker ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.