Wet beschikbaarheid goederen
Artikel 4
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1994
- Bronpublicatie:
04-06-1992, Stb. 1992, 422 (uitgifte: 01-01-1992, kamerstukken: Staten-Generaal Digitaal: 22061 Overheid.nl: 22061)
- Inwerkingtreding
01-01-1994
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-1993, Stb. 1993, 693 (uitgifte: 01-01-1993, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Ieder, die op de voet van artikel 2, eerste lid, of artikel 2a, eerste lid, is aangewezen om namens Onze Minister een bevel of bevelen te geven, moet voorzien zijn van een algemene of bijzondere schriftelijke machtiging, waaruit blijkt gedurende welke termijn de lasthebber daartoe bevoegd is.
2.
De eis, in het vorige lid gesteld, geldt niet in spoedeisende gevallen, mits het besluit, waarbij personen zijn aangewezen, die bevoegd zijn namens een Onzer Ministers te gelasten, in de Nederlandse Staatscourant of door middel van de radio-omroep bekend gemaakt is.