NJB 2022/2031
Herroeping. De curator heeft een Peeters/Gatzen-vordering ingesteld tegen een insolventie adviseur. De vordering is gebaseerd op een onbetaald gebleven belastingclaim. In de aansprakelijkheidsprocedure heeft het hof de vordering grotendeels toegewezen. In deze herroepingsprocedure wijst het hof de vordering van de insolventie adviseur tot herroeping van het arrest af. Hoge Raad: 1. Stukken van beslissende aard. De insolventieadviseur heeft het verweergevoerd dat de belastingclaim materieel niet bestaat. Het hof heeft overwogen dat de belastingaanslagen formele rechtskracht hadden gekregen en geoordeeld dat het verweer daarom niet tot een andere uitkomst had kunnen leiden. Dit oordeel geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. De door het hof genoemde omstandigheid neemt niet weg dat het materieel niet-bestaan van de belastingclaim in dit geval tot het oordeel kan leiden dat de Peeters/Gatzen-vordering niet toewijsbaar is. 2. Achtergehouden door toedoen van de wederpartij. Er ontbreekt een toereikende motivering voor het oordeel van het hof dat de aangetroffen stukken niet door toedoen van de curator zijn achtergehouden. In het bijzonder valt zonder nadere motivering niet in te zien waarom het nalaten van grondig onderzoek om de bedoelde stukken boven water te halen, geen lichte schuld oplevert.
HR 09-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1188
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 2022
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek,C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, S.J.Schaafsma
- Zaaknummer
20/03483
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1188, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:14, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 07‑01‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑10‑2020
- Wetingang
(art. 382 onder c Rv; art. 49 lid 7 Invorderingswet1990)
Essentie
Herroeping. De curator heeft een Peeters/Gatzen-vordering ingesteld tegen een insolventie adviseur. De vordering is gebaseerd op een onbetaald gebleven belastingclaim. In de aansprakelijkheidsprocedure heeft het hof de vordering grotendeels toegewezen. In deze herroepingsprocedure wijst het hof de vordering van de insolventie adviseur tot herroeping van het arrest af. Hoge Raad: 1. Stukken van beslissende aard. De insolventieadviseur heeft het verweergevoerd dat de belastingclaim materieel niet bestaat. Het hof heeft overwogen dat de belastingaanslagen formele rechtskracht hadden gekregen en geoordeeld dat het verweer daarom niet tot een andere uitkomst had kunnen leiden. Dit oordeel geeft blijk van een onjuiste rechtsopvatting. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.