Einde inhoudsopgave
Wet fiscale arbitrage
Artikel 2.7
Geldend
Geldend vanaf 16-07-2019
- Bronpublicatie:
10-07-2019, Stb. 2019, 261 (uitgifte: 15-07-2019, kamerstukken: 35110)
- Inwerkingtreding
16-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
10-07-2019, Stb. 2019, 261 (uitgifte: 15-07-2019, kamerstukken: 35110)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Alternatieve geschilbeslechting
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
1.
In afwijking van artikel 2.1, eerste lid, kan de belanghebbende de klacht, de gegevens en inlichtingen, intrekkingen en andere verzoeken uitsluitend indienen bij Onze Minister indien hij:
- a.
een Nederlands ingezetene is; en
- b.
geen grote onderneming is en geen deel uitmaakt van een grote groep zoals gedefinieerd in Richtlijn 2013/34/EU.
2.
Onze Minister stelt de andere bevoegde autoriteit in kennis van de klacht, de gegevens en inlichtingen, intrekkingen en andere verzoeken, bedoeld in het eerste lid, binnen twee maanden na de dag van ontvangst daarvan. Zodra deze kennisgeving geschiedt, wordt de belanghebbende voor de toepassing van deze wet geacht de mededelingen en documenten op de dag van deze kennisgeving bij alle betrokken lidstaten te hebben ingediend.
3.
Indien gegevens en inlichtingen worden ontvangen uit hoofde van de artikelen 2.3 en 3.3, zendt Onze Minister een afschrift daarvan toe aan de andere bevoegde autoriteit. Zodra dit afschrift is toegezonden, worden de aanvullende gegevens en inlichtingen geacht door alle bevoegde autoriteiten te zijn ontvangen op de dag waarop de ontvangst door Onze Minister heeft plaatsgevonden.