NJB 2013/622
Prejudiciële vragen over afspraken die Europa heeft gemaakt met Turkije over het vrije verkeer van Turkse werknemers. Op grond van die afspraken mogen lidstaten van de Europese Unie geen nieuwe beperkingen opleggen met betrekking tot de werkgelegenheid van Turkse werknemers (de zogenoemde standstill-bepaling)
ABRvS 12-11-2014, ECLI:NL:RVS:2014:4028
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
12 november 2014
- Magistraten
Mrs. Parkins-de Vin, Bijloos en Steendijk
- Zaaknummer
201111933/1/V6
- LJN
BZ1632
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Marktintegratie
EU-recht / Rechtsbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:4028, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 12‑11‑2014
ECLI:NL:RVS:2013:BZ1632, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑02‑2013
- Wetingang
(Wav art. 2, eerste lid; Dienstenrichtlijn; Associatieovereenkomst; Besluit nr. 1/80, art 13; Aanvullend Protocol, art. 41)
Essentie
Prejudiciële vragen over afspraken die Europa heeft gemaakt met Turkije over het vrije verkeer van Turkse werknemers. Op grond van die afspraken mogen lidstaten van de Europese Unie geen nieuwe beperkingen opleggen met betrekking tot de werkgelegenheid van Turkse werknemers (de zogenoemde standstill-bepaling)
Partij(en)
Verwijzingsuitspraak in het kader van het hoger beroep van [appellante], gevestigd te [plaats], tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 27 september 2011 in zaak nr. 11/295 in het geding tussen[appellante] en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Uitspraak
Bij besluit van 11 mei 2010 heeft de minister [appellante] een boete ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.