NJB 2022/756:Eendaadse samenloop, art. 55 Sr: herhaling van HR 5 juni 2018, ECLI:NL:HR:2018:831. In casu heeft het hof meerdaadse samenloop aangenomen voor 1) het aanwezig hebben van harddrugs en 2) het voorhanden hebben van voorbereidingsvoorwerpen waaronder een tas, plastic doos en pindakaaspotten. Dat oordeel is niet zonder meer begrijpelijk nu de feiten naar de kern genomen betrekking hebben op een zich op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex over een gezamenlijkheid van voorwerpen, waarbij de verdachte de in zijn woning gevonden harddrugs aanwezig had om deze te verkopen met behulp van de daar eveneens gevonden andere voorwerpen, terwijl die harddrugs in die tas, doos en potten waren verpakt. Verder loopt de strekking van de strafbepalingen (art. 2, onder C, Opiumwet en art. 10a Opiumwet) niet zodanig uiteen dat niet zou kunnen worden geoordeeld dat de verdachte van die handelingen (in wezen) één verwijt wordt gemaakt.