Hof Amsterdam, 18-02-2014, nr. 200.071.956/01
ECLI:NL:GHAMS:2014:476
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
18-02-2014
- Zaaknummer
200.071.956/01
- LJN
BR2103
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2014:476, Uitspraak, Hof Amsterdam, 18‑02‑2014; (Hoger beroep)
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2013:3531
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2011:BR2103
Tussenuitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2011:BR0255
ECLI:NL:GHAMS:2011:BR2103, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑07‑2011; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2013:BY2580, Bekrachtiging/bevestiging
Conclusie in cassatie: ECLI:NL:PHR:2013:BY2580
Einduitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2014:476
Einduitspraak: ECLI:NL:GHAMS:2013:3531
Uitspraak 18‑02‑2014
Inhoudsindicatie
Huur bedrijfsruimte. Eindarrest, verhuurder heeft vordering niet ingetrokken na vaststellen verhuisvergoeding. Veroordeling tot ontruiming wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard, vanwege eerder tussentijds cassatieberoep tegen de beslissing om de huurovereenkomst te beëindigen.
Partij(en)
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team II
zaaknummer : 200.071.956/01
zaak/rolnummer rechtbank Amsterdam : 974133 CV EXPL 08-23858
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 18 februari 2014
(bij vervroeging)
inzake
de stichting STICHTING IJSCOMPLEX JAAP EDEN,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. F.J. Majoor te Diemen,
t e g e n
1. [geïntimeerde sub 1]
wonend te [woonplaats],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PAVILJOEN DE SKEEVE SKAES B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
geïntimeerden,
advocaat: mr. W.L. van Baren te Amsterdam.
1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna de Stichting en [geïntimeerden] genoemd, geïntimeerde sub 2 afzonderlijk wordt De Skeeve Skaes genoemd.
Het hof heeft in deze zaak op 22 oktober 2013 een tweede tussenarrest gewezen. Voor het verloop van het geding in hoger beroep tot die datum wordt naar dat arrest verwezen.
Ter rolle van 19 november 2013 heeft de Stichting te kennen gegeven geen gebruik te maken van de bevoegdheid haar hoger beroep in te trekken.
Vervolgens is weer arrest gevraagd.
2. Verdere beoordeling van het hoger beroep
2.1
In het laatste tussenarrest heeft het hof overwogen dat, als het hoger beroep wordt gehandhaafd, de huurovereenkomst van partijen zal worden beëindigd per 1 mei 2014, [geïntimeerden] zullen worden veroordeeld tot ontruiming van het gehuurde voor die datum en de Stichting een tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten van De Skeeve Skaes moet betalen van € 78.279,00. De Stichting is in de gelegenheid gesteld desgewenst het hoger beroep op de voet van het bepaalde in artikel 7:297 lid 2 BW in te trekken. Het hof heeft in het vooruitzicht gesteld dat het eindarrest uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard.
2.2
Nu de Stichting geen gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid het hoger beroep in te trekken, zal het hof thans beslissen zoals hiervoor vermeld.
2.3
Het bestreden eindvonnis kan niet in stand blijven en wordt derhalve vernietigd. Voor vernietiging van het tussenvonnis bestaat geen grond.
2.4
Als de in het ongelijk gestelde partij dienen [geïntimeerden] de kosten van het geding in beide instanties te dragen.
3. Beslissing
Het hof:
bekrachtigt het bestreden vonnis van 17 juli 2009;
vernietigt het bestreden vonnis van 7 mei 2010;
opnieuw rechtdoende:
stelt de datum van het einde van de huurovereenkomst van partijen vast op 1 mei 2014;
veroordeelt [geïntimeerden] het gehuurde, het restaurant gelegen op het terrein van de Stichting aan de Radioweg 64 te Amsterdam, leeg en ontruimd van alle daarin van hunnentwege aanwezige personen en/of goederen onder afgifte van alle sleutels uiterlijk op 1 mei 2014 ter vrije beschikking van de Stichting te stellen;
machtigt de Stichting om, als [geïntimeerden] mochten nalaten aan de veroordeling tot ontruiming te voldoen, de tenuitvoerlegging daarvan zelf met inachtneming van de artikelen 555 en volgende Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering te bewerkstelligen, zo nodig met behulp van de sterke arm;
stelt het bedrag van de door de Stichting aan De Skeeve Skaes te betalen tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten vast op € 78.279,00;
veroordeelt [geïntimeerden] in de kosten van het geding in beide instanties en begroot die kosten tot heden aan de zijde van de Stichting in eerste aanleg op € 373,44 aan verschotten en € 3.200,= voor salaris gemachtigde en in hoger beroep op € 336,89 aan verschotten en € 2.682,= voor salaris advocaat;
verklaart voormelde veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit arrest is gewezen door mrs. R.H. de Bock, J.C.W. Rang, en E.J. Rotshuizen en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 18 februari 2014.
Uitspraak 19‑07‑2011
Inhoudsindicatie
Huurrecht bedrijfsruimte. Opzegging wegens dringend eigen gebruik. Door overheid gesubsidieerde exploitante van ijsbaan wenst daarbij behorende horeca zelf te gaan exploiteren in verband met haar verplichting meer eigen inkomsten te verwerven. Voldoende dringend. Aktewisseling over verhuis- en inrichtingskosten. ZIE OOK LJN: BR0255
Partij(en)
GERECHTSHOF TE AMSTERDAM
VIJFDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER
ARREST
in de zaak van:
de stichting STICHTING IJSCOMPLEX JAAP EDEN,
gevestigd te Amsterdam,
APPELLANTE,
advocaat: mr. F.J. Majoor te Diemen,
t e g e n
1. [ GEÏNTIMEERDE 1 ],
wonend te [ O ],
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PAVILJOEN DE SKEEVE SKAES B.V.,
GEÏNTIMEERDEN,
advocaat: mr. W.H. van Baren te Amsterdam.
1. Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
Partijen worden hierna de Stichting en [ Geïntimeerden ] genoemd.
In deze zaak heeft het hof op 5 juli 2011 een arrest gewezen, waarbij is overwogen dat de vordering van de Stichting tot beëindiging van de huurovereenkomst toewijsbaar is en de zaak naar de rol is verwezen voor een aktewisseling over de tegemoetkoming in de verhuis- en inrichtingskosten.
Bij brief van 7 juli 2011 hebben [ Geïntimeerden ] het hof verzocht alsnog toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 401a lid 2 Rv. en te bepalen dat tegen het arrest van 5 juli 2011 onmiddellijk beroep in cassatie kan worden ingesteld.
De Stichting heeft bij brief van 8 juli 2011 van haar advocaat mr. Majoor verzocht het verzoek van [ Geïntimeerden ] af te wijzen, omdat het niet is gemotiveerd en de Stichting belang heeft bij een spoedige eindbeslissing om het gehuurde bij de aanvang van het nieuwe schaatsseizoen in gebruik te kunnen nemen.
2. Beoordeling
Het hof acht het proceseconomisch dat eerst in cassatie over de beëindiging wordt geoordeeld, voordat over de tegemoet¬koming wordt voortgeprocedeerd. Het belang van de Stichting om met ingang van het komende schaatsseizoen het gehuurde in gebruik te kunnen nemen weegt daar niet tegen op, al was het alleen maar omdat het, gelet op de aktewisseling die nog moet plaatsvinden, hoe dan ook onwaarschijnlijk is dat de ontruiming op een dergelijk korte ¬termijn zal worden bevolen.
3. Beslissing
Het hof:
bepaalt dat tegen het in deze zaak gewezen arrest van 5 juli 2011 beroep in cassatie zal kunnen worden ingesteld voordat de einduitspraak in de hoofdzaak is gedaan.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en D.J. Oranje en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 19 juli 2011.