AB 2018/440
Compensatie bij vertraagde vluchten. Structurele schending van Europese Verordening door vliegtuigmaatschappij. Last onder dwangsom niet gericht op beëindiging van de overtreding.
ABRvS 03-10-2018, ECLI:NL:RVS:2018:3221, m.nt. C.N.J. Kortmann
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
3 oktober 2018
- Magistraten
Mrs. R. Uylenburg, H. Bolt, B.J. Schueler
- Zaaknummer
201704143/1/A3
- Noot
C.N.J. Kortmann
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929992:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Vervoersrecht / Europees vervoersrecht
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:3221, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 03‑10‑2018
- Wetingang
Art. 1, 4, 5, 7, 9, 16 Verordening 261/2004/EG; art. 5:2, 5:31d, 5:32 Awb; art. 11.15, 11.16 WLV
Essentie
Publiekrechtelijke handhaving van Europees recht in een privaatrechtelijke context. Omdat de overtreding de structurele handelwijze van Vueling betreft, terwijl de door de staatssecretaris opgelegde last ziet op de afhandeling van individuele verzoeken om compensatie, strekt de last niet tot beëindiging van de overtreding.
Samenvatting
Bij het besluit van 24 december 2015 heeft de staatssecretaris luchtvaartmaatschappij Vueling gelast om binnen zes weken na indiening van verzoeken van passagiers om compensatie op grond van de Verordening compensatie te betalen aan de passagiers, of aan de passagiers aan te tonen dat zij niet verplicht is om compensatie te betalen omdat de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.