Einde inhoudsopgave
Wet maritiem beheer BES
Artikel 85
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2018
- Bronpublicatie:
04-10-2017, Stb. 2017, 401 (uitgifte: 03-11-2017, kamerstukken: 34710)
- Inwerkingtreding
01-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2017, Stb. 2017, 463 (uitgifte: 07-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Voorfase
Waterrecht (V)
Openbare orde en veiligheid / Rampenbestrijding
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
Indien aan overheidswerken door een schip schade is toegebracht, kan aan de gezagvoerder bevel worden gegeven dat dit schip een haven of binnenwater op of een rede bij Bonaire, Sint Eustatius of Saba niet zal verlaten dan nadat op een bij dat bevel aan te wijzen plaats en daarbij te bepalen geldsom is gestort, waarop de kosten, bedoeld in artikel 67, vierde lid, zullen kunnen worden verhaald. Het bevel wordt zo nodig met behulp van de sterke arm ten uitvoer gelegd.
2.
Het in het eerste lid bedoelde bevel wordt gegeven door een daartoe door het bevoegd gezag aangewezen persoon. Het bevel is dadelijk uitvoerbaar en wordt onverwijld aan de gezagvoerder betekend.
3.
Tegen het bevel kan de gezagvoerder of de scheepsbeheerder een kort geding aanspannen bij het Gerecht in Eerste Aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
4.
Onverminderd het recht op volledige schadevergoeding, is het bevoegd gezag bevoegd het gestorte bedrag aan zekerheidsstelling, bedoeld in het eerste lid, aan te wenden tot herstel van de schade. Indien de werkelijke schade minder blijkt te bedragen dan het gestorte bedrag, dan wordt het overschot met de wettelijke rente daarvan, te rekenen van de dag van storting, ter beschikking gesteld van hem, die de zekerheid heeft gesteld.