RvdW 2017/373
BOPZ. Voorlopige machtiging, art. 2 Wet Bopz. Stoornis van de geestvermogens in verband met alcoholgebruik? HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2937, NJ 2014/439.
HR 17-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:461
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 maart 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, G. Snijders
- Zaaknummer
16/05634
- Conclusie
plv. P-G mr. F.F. Langemeijer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Bescherming meerderjarige
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:461, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1511, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑12‑2016
Essentie
BOPZ. Voorlopige machtiging, art. 2 Wet Bopz. Stoornis van de geestvermogens in verband met alcoholgebruik? HR 10 oktober 2014, ECLI:NL:HR:2014:2937, NJ 2014/439.
Partij(en)
[betrokkene], verzoekster tot cassatie, adv.: mr. M.E. Bruning,
tegen
Officier Van Justitie Bij Het Arrondissementsparket Midden-Nederland, verweerder in cassatie, niet verschenen.
Conclusie
Conclusie plv. P-G mr. F.F. Langemeijer:
1. Feiten en procesverloop
1.1.
De officier van justitie heeft bij verzoekschrift, op 28 juli 2016 ingekomen ter griffie van de Rechtbank Midden-Nederland, verzocht een voorlopige machtiging te verlenen om verzoekster tot cassatie (geboren in 1967, hierna: betrokkene) in een ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.