Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/1036 betreffende beschermende maatregelen tegen invoer met dumping uit landen die geen lid zijn van de Europese Unie (codificatie)
Artikel 9 Beëindiging zonder maatregelen; instelling van definitieve rechten
Geldend
Geldend vanaf 08-06-2018
- Bronpublicatie:
30-05-2018, PbEU 2018, L 143 (uitgifte: 07-06-2018, regelingnummer: 2018/825)
- Inwerkingtreding
08-06-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-05-2018, PbEU 2018, L 143 (uitgifte: 07-06-2018, regelingnummer: 2018/825)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Wanneer de klacht wordt ingetrokken, kan de procedure worden beëindigd, tenzij dit strijdig met het belang van de Unie is.
2.
Wanneer beschermende maatregelen niet nodig zijn, wordt het onderzoek of de procedure beëindigd. De Commissie beëindigt het onderzoek volgens de in artikel 15, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure.
3.
Bij een overeenkomstig artikel 5, lid 9, ingeleide procedure wordt de schade normaal als te verwaarlozen beschouwd wanneer de betrokken invoer minder bedraagt dan de in artikel 5, lid 7, aangegeven hoeveelheden. Deze procedure wordt onmiddellijk beëindigd indien wordt vastgesteld dat de dumpingmarge minder dan 2 % bedraagt, uitgedrukt als percentage van de uitvoerprijs.
4.
Wanneer uit de definitief vastgestelde feiten blijkt dat er dumping plaatsvindt en dat daardoor schade wordt veroorzaakt, en het in het belang van de Unie is om maatregelen in de zin van artikel 21 te nemen, stelt de Commissie volgens de in artikel 15, lid 3, bedoelde onderzoeksprocedure een definitief antidumpingrecht in. Voor zover voorlopige rechten van kracht zijn, leidt de Commissie deze procedure uiterlijk één maand vóór het vervallen van die rechten in.
Het antidumpingrecht mag niet hoger zijn dan de vastgestelde dumpingmarge en dient lager te zijn dan de marge als een dergelijk lager recht toereikend is om een einde te maken aan de schade voor de bedrijfstak van de Unie. De leden 2 bis, 2 ter, 2 quater en 2 quinquies van artikel 7 zijn van overeenkomstige toepassing.
Wanneer de Commissie geen invoer heeft geregistreerd, maar bij de vaststelling van definitieve maatregelen uit de analyse van al de informatie waarover zij beschikt, opmaakt dat tijdens de periode van voorafgaande kennisgeving de aan het onderzoek onderworpen invoer aanzienlijk is toegenomen, verrekent zij de extra schade door die verhoging in de schademarge gedurende ten hoogste de in artikel 11, lid 2, bedoelde periode.
5.
Een antidumpingrecht wordt, op niet-discriminerende wijze, in een passend percentage, ingesteld op producten uit alle bronnen waarvan de invoer met dumping plaatsvindt en schade veroorzaakt, tenzij in verband met die invoer overeenkomstig deze verordening verbintenissen zijn aanvaard.
In de verordening waarbij het antidumpingrecht wordt ingesteld, wordt de heffing voor elke leverancier vermeld of, indien dit onmogelijk is, voor het desbetreffende land van levering. Leveranciers die juridisch gescheiden zijn van andere leveranciers of die juridisch gescheiden zijn van de staat, kunnen niettemin voor de vaststelling van de heffing als één eenheid worden beschouwd. Voor de toepassing van deze alinea kan rekening worden gehouden met factoren als het bestaan van structurele of zakelijke banden tussen de leveranciers en de staat of tussen leveranciers onderling, zeggenschap of wezenlijke invloed van de staat met betrekking tot prijsstelling en productie, of de economische structuur van het land van levering.
6.
Wanneer de Commissie haar onderzoek overeenkomstig artikel 17 heeft beperkt, mag het antidumpingrecht op de invoer van exporteurs of producenten die zich bekend hebben gemaakt overeenkomstig artikel 17, maar niet in het onderzoek zijn opgenomen, de gewogen gemiddelde dumpingmarge die voor de partijen in de steekproef is vastgesteld, niet overschrijden, ongeacht of de normale waarde voor deze partijen op grond van artikel 2, leden 1 tot en met 6, of artikel 2, lid 7, onder a), is vastgesteld.
Voor de toepassing van dit lid houdt de Commissie geen rekening met nihilmarges en minimale marges noch met marges die onder de in artikel 18 bedoelde omstandigheden zijn vastgesteld.
Individuele rechten worden ingesteld voor de invoer van elke exporteur of producent aan wie de in artikel 17 bedoelde individuele behandeling wordt toegekend.