Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2022/2560 betreffende buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren
Artikel 49 Gedelegeerde handelingen
Geldend
Geldend vanaf 12-01-2023
- Bronpublicatie:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2560)
- Inwerkingtreding
12-01-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-12-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2560)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Staatssteun (V)
1.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 50 een gedelegeerde handeling vast te stellen teneinde, indien nodig, de in artikel 20, lid 3, punt a), bedoelde aanmeldingsdrempel voor concentraties te wijzigen door de drempel met maximaal 20 % te verhogen of te verlagen nadat zij:
- a)
die drempel heeft beoordeeld in het licht van haar ervaring met de uitvoering en handhaving van deze verordening en
- b)
de noodzaak om die drempel te wijzigen heeft vastgesteld teneinde:
- i)
te waarborgen dat de in hoofdstuk 3 vastgestelde aanmeldingsprocedures een nauwkeurig beeld geven van buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren;
- ii)
de administratieve last voor de Commissie en betrokken ondernemingen redelijk te houden, en
- iii)
de doeltreffendheid van de toepassing van deze verordening te vergroten.
2.
Om te beoordelen of de aanmeldingsgrens moet worden gewijzigd overeenkomstig lid 1, voert de Commissie een beoordeling, die een welbepaalde periode van ten minste twee jaar beslaat, uit op basis van met name de volgende objectieve criteria:
- a)
- b)
- c)
- d)
het aandeel ambtshalve ingestelde toetsingen krachtens artikel 9 in het kader van concentraties die geen aan te melden concentraties waren in de zin van artikel 20 die hebben geleid tot ofwel een besluit met herstelmaatregelen krachtens artikel 11, lid 2, ofwel een besluit met verbintenissen krachtens artikel 11, lid 3;
- e)
de vergelijking tussen de drempel van artikel 20, lid 3, punt a), en de gemiddelde totale omzet boven die drempel, in de gevallen die hebben geleid tot hetzij een besluit waarbij een concentratie krachtens artikel 25, lid 3, punt c), werd verboden, hetzij een besluit met verbintenissen krachtens artikel 25, lid 3, punt a);
- f)
het aantal aanmeldingen krachtens artikel 21, lid 1, en de ontwikkeling van dat aantal.
3.
Een verhoging van de drempels in artikel 20, lid 3, punt a), vereist dat de in lid 2 van dit artikel bedoelde beoordeling aantoont dat:
- a)
een groot deel van de besluiten waarbij een concentratie krachtens artikel 25, lid 3, punt c), verboden wordt of besluiten met verbintenissen krachtens artikel 25, lid 3, punt a), gevallen betrof waar de in artikel 20, lid 3, punt a), bedoelde totale omzet boven die drempel aanzienlijk hoger lag dan die drempel, of
- b)
4.
Een verlaging van de drempels in artikel 20, lid 3, punt a), vereist dat de in lid 2 van dit artikel bedoelde beoordeling aantoont dat:
- a)
- b)
een groot deel van de ambtshalve toetsingen van buitenlandse subsidies in het kader van concentraties die geen aan te melden concentraties waren in de zin van artikel 20, tot gevolg had dat de Commissie ofwel krachtens artikel 11, lid 2, een besluit met herstelmaatregelen, ofwel krachtens artikel 11, lid 3, een besluit met verbintenissen vaststelde.
5.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 50 een gedelegeerde handeling vast te stellen teneinde, indien nodig, de in artikel 28, lid 1, punt a), en artikel 28, lid 2, vastgestelde aanmeldingsdrempels voor overheidsopdrachten te wijzigen door die met maximaal 20 % te verhogen of te verlagen nadat zij:
- a)
die drempels heeft beoordeeld in het licht van haar ervaring met de uitvoering en handhaving van deze verordening en
- b)
de noodzaak om die drempels te wijzigen heeft vastgesteld teneinde:
- i)
te waarborgen dat de in hoofdstuk 4 vastgestelde aanmeldingsprocedures een nauwkeurig beeld geven van buitenlandse subsidies die de interne markt verstoren;
- ii)
de administratieve last voor de Commissie en betrokken ondernemers redelijk te houden, en
- iii)
de doeltreffendheid van de toepassing van de verordening te vergroten.
6.
Om te beoordelen of de aanmeldingsgrens moet worden gewijzigd overeenkomstig lid 5, voert de Commissie haar beoordeling met betrekking tot een welbepaalde periode van ten minste twee jaar, uit op basis van met name de volgende objectieve criteria:
- a)
- b)
- c)
- d)
het aantal besluiten met herstelmaatregelen krachtens artikel 11, lid 2, en het aantal besluiten met verbintenissen krachtens artikel 11, lid 3, na een ambtshalve toetsing krachtens artikel 9 in het kader van een buitenlandse financiële bijdrage in een aanbestedingsprocedure die niet hoefde te worden aangemeld in de zin van artikel 28, lid 1, of die onder het toepassingsgebied van artikel 30, lid 4, viel, in verhouding tot het totale aantal van dergelijke ambtshalve toetsingen;
- e)
de vergelijking tussen de respectieve drempels als bedoeld in artikel 28, lid 1, punt a), en artikel 28, lid 2, en de gemiddelde geraamde waarde van de opdrachten of de gemiddelde waarde van de percelen boven de respectieve drempel in de gevallen die hebben geleid tot een besluit dat de gunning van de opdracht verbiedt krachtens artikel 31, lid 2, of tot een besluit met verbintenissen krachtens artikel 31, lid 1;
- f)
het aantal aanmeldingen krachtens artikel 29, lid 1, en de ontwikkeling van dat aantal.
7.
Een verhoging van de aanmeldingsdrempels vereist dat de in lid 6 bedoelde beoordeling aantoont dat:
- a)
een groot deel van de krachtens artikel 31, lid 2, vastgestelde verbodsbesluiten voor de gunning van de opdracht, en van de krachtens artikel 31, lid 1, vastgestelde besluiten met verbintenissen, gevallen betrof waarbij de geraamde waarde van de opdrachten boven de drempel bedoeld in artikel 28, lid 1, punt a), of de waarde van de percelen waarop is ingeschreven boven de in artikel 28, lid 2, bedoelde drempel aanzienlijk hoger lag dan de bijbehorende drempels in artikel 28, lid 1, punt a), en lid 2, of
- b)
8.
Een verlaging van de drempels vereist dat de in lid 6 bedoelde beoordeling aantoont dat:
- a)
- b)
een groot deel van de ambtshalve toetsingen van buitenlandse subsidies in het kader van een buitenlandse financiële bijdrage in een aanbestedingsprocedure die krachtens artikel 28, lid 1, niet hoefden te worden aangemeld of onder artikel 30, lid 4, vielen, tot gevolg had dat de Commissie ofwel een besluit met herstelmaatregelen krachtens artikel 11, lid 2, ofwel een besluit met verbintenissen krachtens artikel 11, lid 3, vaststelde.
9.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 50 gedelegeerde handelingen vast te stellen om de in artikel 25, leden 2 en 4, voor aangemelde concentraties en in artikel 30, leden 2, 5 en 6, voor aangemelde financiële bijdragen in aanbestedingsprocedures gestelde termijnen voor voorlopige toetsing en diepgaande onderzoeken te verkorten. De Commissie kan dergelijke gedelegeerde handelingen vaststellen om de termijnen in artikel 25, leden 2 en 4, en artikel 30, leden 2, 5 en 6, te verkorten wanneer haar praktijk bij de toepassing van deze verordening uitwijst dat de beoordeling van de Commissie binnen een kortere termijn kan worden uitgevoerd.