Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen, 2004
Resoluties aangenomen door de conferentie
Geldend
Geldend vanaf 08-09-2017
- Bronpublicatie:
13-02-2004, Trb. 2005, 44 (uitgifte: 23-02-2005, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
08-09-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-10-2016, Trb. 2016, 161 (uitgifte: 12-10-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Waterrecht (V)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Resolutie 1. Toekomstige werkzaamheden van de organisatie met betrekking tot het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen
De conferentie,
Na aanneming van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen (het Verdrag),
Gelet op het feit dat de artikelen 5 en 9 alsmede de voorschriften A-4, A-5, B-1, B-3, B-4, B-5, C-1, D-3 en D-4 van de Bijlage bij het Verdrag verwijzen naar door de Organisatie op te stellen richtlijnen of procedures voor aldaar genoemde specifieke doeleinden,
Erkennend de noodzaak van het opstellen van dergelijke richtlijnen teneinde wereldwijde en uniforme toepassing van de desbetreffende vereisten van het Verdrag te waarborgen,
Nodigt de Organisatie uit bijzondere prioriteit te verlenen aan het opstellen van:
- 1.
richtlijnen voor ontvangstinrichtingen voor sedimenten uit hoofde van artikel 5 en voorschrift B-5;
- 2.
richtlijnen voor het bemonsteren van ballastwater uit hoofde van artikel 9;
- 3.
richtlijnen inzake de gelijkwaardige naleving van voorschriften inzake ballastwaterbeheer door pleziervaartuigen en opsporingsen reddingsvaartuigen uit hoofde van voorschrift A-5
- 4.
richtlijnen voor ballastwaterbeheersplannen uit hoofde van voorschrift B-1;
- 5.
richtlijnen voor ontvangstinrichtingen voor ballastwaterbeheer uit hoofde van voorschrift B-3;
- 6.
richtlijnen voor het wisselen van ballastwaterbeheer uit hoofde van voorschrift B-4;
- 7.
richtlijnen voor aanvullende maatregelen uit hoofde van voorschrift C-1 en voor risicobeoordeling/analyse uit hoofde van voorschrift A-4;
- 8.
richtlijnen voor goedkeuring van ballastwaterbeheersystemen uit hoofde van voorschrift D-3.1;
- 9.
procedure voor goedkeuring van actieve stoffen uit hoofde van voorschrift D-3.2; en
- 10.
richtlijnen voor prototype technieken voor de behandeling van ballastwater uit hoofde van voorschrift D-4,
en deze zo spoedig mogelijk en in ieder geval vóór het in werking treden van het Verdrag aan te nemen, teneinde wereldwijde en uniforme uitvoering van het Verdrag te vergemakkelijken.
Resolutie 2. Gebruik van instrumenten voor de besluitvorming bij de herziening van normen uit hoofde van voorschrift D-5
De conferentie,
Na aanneming van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen (het Verdrag),
Gelet op het feit dat voorschrift D-5 van het Verdrag bepaalt dat de Commissie voor de Bescherming van het Mariene Milieu uiterlijk drie jaar voor de datum waarop de in voorschrift D-2 vervatte norm op zijn vroegst van kracht wordt, tijdens een vergadering onder meer toetst of er passende technieken beschikbaar zijn waarmee de norm kan worden verwezenlijkt, de criteria vervat in punt 2 van voorschrift D-5 beoordeelt alsmede de sociaal-economische gevolgen, in het bijzonder met betrekking tot de ontwikkelingsbehoeften van ontwikkelingslanden, met name van kleine eilandstaten in ontwikkeling,
Erkennend de waarde van instrumenten voor de besluitvorming bij het voorbereiden van complexe beoordelingsprocedures
Beveelt de Organisatie aan passende instrumenten voor de besluitvorming toe te passen bij het toetsen van normen in overeenstemming met voorschrift D-5 van het Verdrag; en
Nodigt de lidstaten uit de Organisatie te adviseren inzake relevante, degelijke instrumenten voor de besluitvorming ter ondersteuning van de uitvoering van dergelijke toetsingen.
Resolutie 3. Bevordering van technische samenwerking en ondersteuning
De conferentie,
Na aanneming van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen (het Verdrag),
Zich ervan bewust dat de Partijen bij het Verdrag zullen worden opgeroepen de bepalingen ervan volledig uit te voeren teneinde de overbrenging van schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen te voorkomen, te beperken en uiteindelijk uit te bannen door middel van controle en beheer van het ballastwater en de sedimenten van schepen,
Gelet op het feit dat het Verdrag in artikel 13, eerste en tweede lid, bepaalt dat de Partijen onder andere ondersteuning dienen te bieden aan Partijen die verzoeken om technische bijstand ter zake van controle en beheer van het ballastwater en de sedimenten van schepen,
Erkennend de waardevolle gezamenlijke technische samenwerking met ontwikkelingslanden sedert 2000 op het gebied van ballastwaterbeheer uit hoofde van het GEF/UNDP/IMO Global Ballast Water Management Programme (GloBallast),
Ervan overtuigd dat bevordering van technische samenwerking de aanvaarding, uniforme uitlegging en handhaving van het Verdrag door Staten zal bevorderen,
Met waardering kennisnemend van het feit dat, door de aanneming van resolutie A.901(21), de Assemblee van de Internationale Maritieme Organisatie (IMO):
- a.
heeft bevestigd dat de werkzaamheden van de IMO op het gebied van het opstellen van wereldwijde maritieme normen en het aanbieden van technische ondersteuning bij de daadwerkelijke implementatie en handhaving ervan kan en zal bijdragen aan duurzame ontwikkeling; en
- b.
heeft besloten dat met de missie van de IMO met betrekking tot technische samenwerking in het tweede millennium beoogd wordt ontwikkelingslanden te helpen hun mogelijkheden te verbeteren om te vol doen aan internationale regelgeving en normen met betrekking tot maritieme veiligheid en het voorkomen en beheersen van verontreiniging van de zee, waarbij prioriteit gegeven wordt aan technische hulpprogramma's die gericht zijn op het ontwikkelen van menselijk kapitaal, in het bijzon der door middel van scholing en institutionele capaciteitsopbouw;
- 1.
Verzoekt de lidstaten in samenwerking met de IMO, andere belanghebbende Staten en internationale organen, bevoegde internationale of regionale organisaties en industriële programma's, rechtstreeks of via de IMO ondersteuning te bevorderen en te verlenen aan Staten die om technische ondersteuning verzoeken voor:
- a.
het beoordelen van de gevolgen van het bekrachtigen, aanvaarden, goedkeuren of toetreden tot alsmede het uitvoeren en handhaven van het Verdrag;
- b.
de ontwikkeling van nationale wetgeving en institutionele voorzieningen ter uitvoering van het Verdrag;
- c.
het opleiden van wetenschappelijk en technisch personeel ten behoeve van onderzoek, monitoring en handhaving (bijvoorbeeld risico analyses voor ballastwater, onderzoek naar invasieve mariene soorten, monitoring en vroegtijdigewaarschuwingssystemen, bemonstering en analyse van ballastwater), indien relevant met inbegrip van de levering van de noodzakelijke uitrusting en voorzieningen, teneinde de nationale capaciteit te versterken;
- d.
uitwisseling van informatie en technische samenwerking inzake beperking van risico's voor het milieu en de gezondheid van de mens die voortvloeien uit schadelijke aquatische organismen en ziektekiemen door middel van controle en beheer van ballastwater en sedimenten van schepen;
- e.
onderzoek en ontwikkeling op het gebied van verbetering van ballastwaterbeheer en behandelingsmethoden; en
- f.
vaststellen van bijzondere vereisten in bepaalde gebieden in overeenstemming met Afdeling C van de voorschriften van het Verdrag;
- 2.
Verzoekt internationale ontwikkelingsinstanties en organisaties voorts ondersteuning, mede door het verschaffen van de nodige middelen, te bieden aan technische samenwerkingsprogramma's op het gebied van controle en beheer van ballastwater, overeenkomstig het Verdrag;
- 3.
Nodigt de IMO-commissie voor technische samenwerking uit door te gaan met haar activiteiten ten behoeve van capaciteitsopbouw op het gebied van controle en beheer van ballastwater en sedimenten van schepen in het kader van het programma voor geïntegreerde technische samenwerking van de Organisatie teneinde de daadwerkelijke uitvoering en handhaving van het Verdrag door ontwikkelingslanden te ondersteunen; en
- 4.
Verzoekt alle Staten met klem actie te ondernemen in verband met de bovenbedoelde maatregelen ten behoeve van technische samenwerking en niet te wachten op de inwerkingtreding van het Verdrag.
Resolutie 4. Herziening van de bijlage bij het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen
De conferentie,
Na aanneming van het Internationaal Verdrag voor de controle en het beheer van ballastwater en sedimenten van schepen (het Verdrag),
Erkennend dat herziening van de Bijlage van het Verdrag, en in het bijzonder van maar niet beperkt tot de voorschriften A-4, A-5, B-1, B-3, B-4, C-1, D-1, D-2, D-3 en D-5, mogelijk dient te worden overwogen voordat het Verdrag in werking treedt, bijvoorbeeld vanwege geconstateerde beletselen voor de inwerkingtreding of vanwege het aan de orde willen stellen van de normen vervat in voorschrift D-2 van de Bijlage bij het Verdrag,