Wijzigingswet Wet op de rechterlijke organisatie, enz. (vervanging en instelling van beroep)
Artikel X
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2002
- Bronpublicatie:
14-09-2001, Stb. 2001, 419 (uitgifte: 27-09-2001, kamerstukken: 27648)
- Inwerkingtreding
01-01-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-11-2001, Stb. 2001, 586 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
Juridische beroepen / Bijzondere onderwerpen
1.
De benoemingen van de coördinerend ondervoorzitter en de leden van de Tariefcommissie worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming tot coördinerend vice-president van onderscheidenlijk raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam. Zij worden als zodanig niet beëdigd en geïnstalleerd. De datum van benoeming in het nieuwe ambt wordt gelijkgesteld met de datum van benoeming in het daaraan voorafgaande ambt.
2.
De benoemingen van de plaatsvervangende leden van de Tariefcommissie worden van rechtswege gewijzigd in een benoeming tot raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te Amsterdam. Zij worden als zodanig niet beëdigd. De eerste en tweede volzin zijn niet van toepassing ten aanzien van de plaatsvervangende leden van de Tariefcommissie die al president van, coördinerend vice-president van, vice-president van, raadsheer in of raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te Amsterdam zijn.
3.
De benoeming van de coördinerend ondervoorzitter van de Tariefcommissie tot raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te Amsterdam vervalt.
4.
De opleidingseisen, geldend voor de benoeming tot raadsheer en raadsheer-plaatsvervanger in een gerechtshof, gelden niet ten aanzien van de in het eerste en tweede lid bedoelde benoemingen tot raadsheer onderscheidenlijk raadsheer-plaatsvervanger in het gerechtshof te Amsterdam van degenen die voorafgaande aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet lid onderscheidenlijk plaatsvervangend lid van de Tariefcommissie waren en niet aan deze eisen voldeden, en na dat tijdstip deelnemen aan de werkzaamheden van de douanekamer van dat gerechtshof.
5.
Een lid van de Tariefcommissie dat op grond van artikel 5 van de Tariefcommissiewet in het genot is van een vermeerdering van zijn salaris met 1/5 deel van het salaris dat is verbonden aan het vervullen van een volledige taak als lid van de Tariefcommissie, blijft in het genot van een vermeerdering van het salaris dat hij met toepassing of overeenkomstige toepassing van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren ontvangt voor het vervullen van een volledige taak in een ander ambt dan dat van raadsheer in het gerechtshof te Amsterdam, met 1/5 deel van het salaris dat is verbonden aan het vervullen van een volledige taak in het ambt van raadsheer in een gerechtshof, voor zolang hij na de inwerkingtreding van deze wet als raadsheer deelneemt aan de werkzaamheden van de douanekamer van het gerechtshof te Amsterdam.