NJB 2020/2982:Plegen van ‘ontuchtige handeling’ in de zin van art. 247 Sr: in casu kon het hof oordelen dat het uitkleden van het slachtoffer als ontuchtige handeling kan worden aangemerkt, mede erop gelet dat het ging om het uitkleden van een kind van 11 jaar oud tot het geheel naakt was door een tevens ontklede meerderjarige man zonder dat voor dat uitkleden een functionele reden bestond, en het dicht tegen elkaar aan naakt op de bank zitten. Vordering benadeelde partij en aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ in de zin van art. 6:106, aanhef en onder b, BW: herhaling van HR 28 mei 2019, ECLI:NL:HR:2019:793 onder verwijzing naar HR 15 maart 2019, ECLI:NL:HR:2019:376. In casu kon het hof oordelen dat sprake is van een aantasting in de persoon ‘op andere wijze’ nu het gaat om een inbreuk op een fundamenteel recht van het minderjarige slachtoffer, namelijk het zelfbeschikkingsrecht en de lichamelijke integriteit, en ook gezien de gevolgen daarvan voor het slachtoffer