Einde inhoudsopgave
RvdW 2017/239
Beklag, beslag, art. 94a Sv. Beklag van een echtgenote (erfgename) over een inbeslaggenomen auto van zijn overleden echtgenoot (erflater). Het gaat bij dit beklag om het antwoord op de vraag of de erflater redelijkerwijs als rechthebbende van de inbeslaggenomen auto moet worden aangemerkt.
HR 07-02-2017, ECLI:NL:HR:2017:181
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 februari 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, V. van den Brink, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/02042
- Conclusie
A-G mr. A.E. Harteveld
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:181, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:34, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑01‑2017
Essentie
Beklag, beslag, art. 94a Sv. Beklag van een echtgenote (erfgename) over een inbeslaggenomen auto van zijn overleden echtgenoot (erflater). Het gaat bij dit beklag om het antwoord op de vraag of de erflater redelijkerwijs als rechthebbende van de inbeslaggenomen auto moet worden aangemerkt.
Partij(en)
Beschikking op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 24 maart 2016, nummer RK 16/6, op een klaagschrift als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door: [klaagster]. Adv.: mr. N. van Schaik, te Utrecht.