Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2014/61/EU maatregelen ter verlaging van de kosten van de aanleg van elektronischecommunicatienetwerken met hoge snelheid
Artikel 8 Fysieke binnenhuisinfrastructuur
Geldend
Geldend van 12-06-2014 tot 12-11-2025
- Bronpublicatie:
15-05-2014, PbEU 2014, L 155 (uitgifte: 23-05-2014, regelingnummer: 2014/61/EU)
- Inwerkingtreding
12-06-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-05-2014, PbEU 2014, L 155 (uitgifte: 23-05-2014, regelingnummer: 2014/61/EU)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Internationaal publiekrecht / Vrij verkeer
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
De lidstaten zorgen ervoor dat alle recent opgetrokken gebouwen op de locatie van de eindgebruiker, met inbegrip van elementen daarvan in gezamenlijk eigendom, waarvoor na 31 december 2016 aanvragen voor bouwvergunningen zijn ingediend, worden uitgerust met een voor hoge snelheid bestemde fysieke binnenhuisinfrastructuur tot de netwerkaansluitpunten. Dezelfde verplichting geldt in geval van belangrijke renovatiewerken waarvoor aanvragen voor een bouwvergunning zijn ingediend na 31 december 2016.
2.
De lidstaten zorgen ervoor dat alle recent opgetrokken meergezinswoningen waarvoor aanvragen voor een bouwvergunning zijn ingediend na 31 december 2016, in of buiten het gebouw worden uitgerust met een toegangspunt. Dezelfde verplichting geldt in geval van belangrijke renovatiewerken voor meergezinswoningen waarvoor na 31 december 2016 aanvragen voor een bouwvergunning zijn ingediend.
3.
Gebouwen die overeenkomstig dit artikel zijn uitgerust, komen in aanmerking voor het vrijwillig te gebruiken ‘breedbandklaar’-keurmerk in de lidstaten die voor de invoering van een dergelijk keurmerk hebben gekozen.
4.
De lidstaten kunnen voorzien in vrijstellingen van de in de leden 1 en 2 vastgestelde verplichtingen voor bepaalde categorieën gebouwen, met name eengezinswoningen, of voor belangrijke renovatiewerken, in gevallen waarin het voldoen aan deze verplichtingen buiten proportie is, bijvoorbeeld wat betreft de kosten voor de individuele of mede-eigenaars, of wat betreft het soort gebouw, bijvoorbeeld specifieke categorieën monumenten, historische gebouwen, vakantiehuizen, militaire gebouwen of andere gebouwen die voor doeleinden van nationale veiligheid worden gebruikt. Dergelijke vrijstellingen worden daartoe met redenen omkleed. De belanghebbende partijen moeten in de gelegenheid worden gesteld binnen een redelijke periode opmerkingen over de ontwerpvrijstellingen te maken. Eventuele vrijstellingen moeten aan de Commissie worden meegedeeld.