Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2016/429 betreffende overdraagbare dierziekten en tot wijziging en intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van diergezondheid (‘diergezondheidswetgeving’)
Artikel 76 Verplichtingen van exploitanten en andere betrokken natuurlijke en rechtspersonen en door de bevoegde autoriteit te nemen maatregelen bij vermoeden van in de lijst opgenomen ziekten als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder c)
Geldend
Geldend vanaf 20-04-2016
- Bronpublicatie:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Inwerkingtreding
20-04-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
09-03-2016, PbEU 2016, L 84 (uitgifte: 31-03-2016, regelingnummer: 2016/429)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Algemeen
1.
Wanneer een vermoeden bestaat dat een in de lijst opgenomen ziekte als bedoeld in artikel 9, lid 1, onder c), voorkomt in een lidstaat die heeft gekozen voor het uitroeiingsprogramma dat de desbetreffende delen van zijn grondgebied of zones of compartimenten daarvan bestrijkt, bedoeld in artikel 31, lid 2, neemt die lidstaat maatregelen om ervoor te zorgen dat exploitanten en andere betrokken natuurlijke en rechtspersonen de in artikel 72, lid 1, bedoelde passende maatregelen nemen in afwachting van ziektebestrijdingsmaatregelen van de bevoegde autoriteit overeenkomstig lid 2 van dit artikel.
2.
Ingeval de bevoegde autoriteit van een lidstaat de desbetreffende ziekte bij gehouden dieren vermoedt, neemt de bevoegde autoriteit van een lidstaat die heeft gekozen voor de uitroeiing van een in lid 1 bedoelde in de lijst opgenomen ziekte, de volgende maatregelen:
- a)
zij verricht onverwijld een onderzoek om de aanwezigheid van die in de lijst opgenomen ziekte overeenkomstig artikel 73, leden 1 en 2, te bevestigen of uit te sluiten;
- b)
zij neemt, in afwachting van de resultaten van het onder a) bedoelde onderzoek en van de toepassing van de in artikel 80, lid 1, bedoelde ziektebestrijdingsmaatregelen, de voorlopige ziektebestrijdingsmaatregelen, bedoeld in artikel 74, leden 1 en 2.
3.
De bevoegde autoriteit evalueert de voorlopige ziektebestrijdingsmaatregelen als bedoeld in lid 2, onder b), en breidt deze uit overeenkomstig artikel 75.
4.
De leden 1, 2 en 3 van dit artikel zijn ook van toepassing op lidstaten of zones die een ziektevrije status hebben verkregen, teneinde die status te houden, overeenkomstig artikel 36, of op compartimenten overeenkomstig artikel 37, lid 2.
5.
De Commissie is bevoegd overeenkomstig artikel 264 gedelegeerde handelingen vast te stellen met betrekking tot nadere regels ter aanvulling van de regels betreffende:
- a)
de in lid 1 bedoelde ziektebestrijdingsmaatregelen;
- b)
het in lid 2, onder a), bedoelde onderzoek;
- c)
de voorlopige ziektebestrijdingsmaatregelen die moeten worden genomen om de verspreiding van de in de lijst opgenomen ziekte te voorkomen, bedoeld in lid 2, onder b).