Facultatief Protocol bij het Verdrag inzake de uitbanning van alle vormen van discriminatie van vrouwen
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2000
- Bronpublicatie:
06-10-1999, Trb. 2000, 99 (uitgifte: 01-09-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-10-1999, Trb. 2002, 6 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
06-10-1999, Trb. 2000, 99 (uitgifte: 01-09-2000, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
22-12-2000
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-08-2001, Trb. 2001, 146 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-08-2001, Trb. 2001, 146 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
22-08-2001, Trb. 2001, 146 (uitgifte: 01-01-2001, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
1.
Het Comité kan de Staat die partij is uitnodigen in zijn verslag uit hoofde van artikel 18 van het Verdrag nadere gegegevens[lees: gegevens] op te nemen omtrent eventueel genomen maatregelen naar aanleiding van een onderzoek uitgevoerd uit hoofde van artikel 8 van dit Protocol.
2.
Het Comité kan, indien nodig, na afloop van het tijdvak van zes maanden zoals bedoeld in artikel 8, vierde lid, de betrokken Staat die partij is uitnodigen hem in kennis te stellen van de maatregelen genomen naar aanleiding van een dergelijk onderzoek.