Rb. Arnhem, 01-12-2010, nr. 196565
ECLI:NL:RBARN:2010:BO8135
- Instantie
Rechtbank Arnhem
- Datum
01-12-2010
- Zaaknummer
196565
- LJN
BO8135
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBARN:2010:BO8135, Uitspraak, Rechtbank Arnhem, 01‑12‑2010; (Eerste aanleg - enkelvoudig)
Uitspraak 01‑12‑2010
Inhoudsindicatie
Verklaring voor recht dat de koop-/aanneemovereenkomst is ontbonden.
Partij(en)
Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 196565 / HA ZA 10-313
Vonnis van 1 december 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NEDPROJEKT B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. F.P.G.F. de Moel te Eindhoven,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats],
gedaagde,
advocaat mr. J. van der Stel te Dordrecht.
Partijen zullen hierna Nedprojekt en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
het tussenvonnis van 2 juni 2010
- -
het proces-verbaal van comparitie van 19 oktober 2010.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1.
Nedprojekt en [gedaagde] hebben op 20 februari 2009 een koop-/ aanneemovereenkomst gesloten. De totale koop-/aanneemsom bedraagt € 675.000,00.
De koop-/aanneemovereenkomst bevat onder andere de volgende bepalingen:
Levering
Artikel 9
- 1.
De levering van het registergoed zal geschieden bij de leveringsakte op een door de notaris te bepalen tijdstip, zo spoedig mogelijk, doch binnen zes weken na de dag van ondertekening van deze overeenkomst.
- 2.
(…)
Tekortkoming (wanprestatie)
Artikel X
- 1.
Bij niet of niet tijdige nakoming van deze overeenkomst anders dan door niet toerekenbare tekortkoming (overmacht) is de nalatige aansprakelijk voor alle daaruit voor de wederpartij ontstane schade met kosten en rente, ongeacht het feit of de nalatige in verzuim is in de zin van het volgende lid.
- 2.
Indien één van de partijen, na bij deurwaardersexploit in gebreke te zijn gesteld, gedurende acht dagen tekortschiet in de nakoming van één of meer van haar verplichtingen is deze partij in verzuim en heeft de wederpartij de al dan niet subsidiaire keus tussen:
- a.
uitvoering van deze overeenkomst te verlangen, in welk geval de partij die in verzuim is na afloop van voormelde termijn van acht dagen voor elke sedertdien ingegane dag tot aan de dag van nakoming een onmiddellijk opeisbare boete verschuldigd is van drie pro mille van de koop/aanneemprijs: of
- b.
deze overeenkomst door een schriftelijke verklaring voor ontbonden te verklaren en betaling van een onmiddellijk opeisbare boete te vorderen van tien procent van de koop-/aanneemprijs.
3.
Betaalde of verschuldigde boete strekt in mindering op eventueel verschuldigde schadevergoeding, rente en kosten.
- 4.
(…)
5. (…)
2.2. Bij schrijven van 11 maart 2009 heeft de notaris Nedprojekt en [gedaagde] de ontwerp leveringsakte doen toekomen met de uitnodiging voor de ondertekening van de akte op maandag 16 maart 2009 om 14.00 uur.
2.3. [gedaagde] heeft kort voor 16 maart 2009 aan de notaris en Nedprojekt laten weten dat zij de koop- aanneemovereenkomst niet na kan komen en is uiteindelijk ook niet verschenen om op 16 maart 2009 te 14.00 uur de leveringsakte te tekenen.
2.4. Volgens de door deurwaarderskantoor Groeneweg en Partners opgevraagde gegevens uit de Gemeentelijke Basis Administratie van de laatst bekende woornplaats van [gedaagde], heeft [gedaagde] per juni 2009 Nederland verlaten, zonder aan te geven waar zij naar toe is verhuisd.
3. Het geschil
3.1.
Nedprojekt vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, een verklaring voor recht dat de koop-/aanneemovereenkomst van 24 februari 2009 (bedoeld zal zijn 20 februari 2009) tussen partijen is ontbonden. Voorts vordert Nedprojekt veroordeling van [gedaagde] om aan Nedprojekt tegen kwijting te betalen € 67.500,00 aan contractuele boete en om aan Nedprojekt tegen kwijting te betalen een schadebedrag, nader bij staat te bepalen, thans reëel bij voorschot begroot op € 35.000,00. Daarnaast vordert Nedprojekt vergoeding van de buitengerechtelijke kosten ad € 2.842,00 en de wettelijke rente over de boete en het voorschot op de schadevergoeding vanaf 18 november 2009, althans vanaf datum sommatiebrief 18 januari 2010, althans vanaf datum betekening dagvaarding tot de dag der algehele betaling, vermeerderd met kosten en nakosten van de procedure.
3.2.
Nedprojekt legt aan haar vordering ten grondslag dat [gedaagde] is tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de koop-/aanneemovereenkomst, op grond waarvan Nedprojekt de overeenkomst heeft ontbonden en Nedprojekt recht heeft op de contractuele boete en schadevergoeding.
3.3.
[gedaagde] voert verweer en stelt primair dat de tekortkoming haar niet kan worden toegerekend, subsidiair dat voor het vorderen van nakoming van een boetebeding een aanmaning of andere voorafgaande verklaring vereist is die in deze zaak ontbreekt. Meer subsidiair verzoekt [gedaagde] de boete te matigen op grond van de redelijkheid en billijkheid.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Ontbinding
4.1.
Ingevolge artikel 6:265 lid 1 Burgerlijk Wetboek (BW) geeft iedere tekortkoming van een partij in de nakoming van een van haar verbintenissen aan de wederpartij de bevoegdheid om de overeenkomst geheel of gedeeltelijk te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekening, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt. In het tweede lid is bepaald dat, voor zover nakoming niet blijvend of tijdelijk onmogelijk is, de bevoegdheid tot ontbinding pas ontstaat, wanneer de schuldenaar in verzuim is.
4.2.
[gedaagde] is niet verschenen bij de notaris om de leveringsakte te tekenen d.d. 16 maart 2009. [gedaagde] heeft geen verweer gevoerd tegen de gevorderde verklaring voor recht en heeft ter comparitie herhaald dat zij niet in staat is om de koopsom te betalen en dat zij het pand niet meer wil afnemen. Daarmee staat vast dat [gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit hoofde van de koop-/aanneemovereenkomst, alsmede dat de nakoming blijvend of tijdelijk onmogelijk is in de zin van artikel 6:225 lid 2 BW.
Naar het oordeel van de rechtbank is derhalve voldaan aan de vereisten voor ontbinding van de koop-/aanneemovereenkomst. De rechtbank zal de gevorderde verklaring voor recht toewijzen.
Verschuldigdheid van de boete
4.3.
Nedprojekt vordert de onmiddellijk opeisbare boete van 10% op grond van het bepaalde in artikel X in de koop-/aanneemovereenkomst. [gedaagde] heeft zich primair op het standpunt gesteld dat zij geen boete is verschuldigd omdat de tekortkoming haar niet kan worden toegerekend. Ter comparitie heeft zij daarvoor slechts gesteld dat zij dacht het geld wel bij elkaar te kunnen krijgen en te kunnen lenen bij haar moeder, maar dat zij, toen zij gebrouilleerd raakte met haar moeder, het huis niet meer kon betalen.
4.4.
De rechtbank stelt voorop dat een beroep op overmacht ingevolge artikel 6:75 BW slechts slaagt wanneer de tekortkoming de schuldenaar niet kan worden toegerekend, indien zij niet te wijten is aan zijn schuld, noch krachtens wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn rekening komt.
Haar financieel onvermogen, waarop [gedaagde] zich beroept, is een ten tijde van het aangaan van de verbintenis voor de schuldenaar voorzienbare omstandigheid, die haar persoonlijk betreft en die volgens de verkeersopvattingen voor haar rekening komt. Hierbij weegt mee dat ter comparitie is vast komen te staan dat [gedaagde] geen financieringsvoorbehoud heeft gemaakt, terwijl dat wel op haar weg had gelegen aangezien zij voor de financiering (grotendeels) afhankelijk was van anderen. De nu ontstane situatie dient voor haar eigen risico te blijven en kan naar het oordeel van de rechtbank geen geslaagd beroep op overmacht opleveren.
4.5.
Subsidiair heeft [gedaagde] gesteld dat zij de boete niet verschuldigd is omdat niet voldaan is aan de vereisten in artikel X lid 2 van de koop-/aanneemovereenkomst. [gedaagde] heeft zich op het standpunt gesteld dat zij niet bekend was met de inhoud van de brieven en e-mails zoals aan de dagvaarding gehecht doordat deze aan verschillende (onjuiste) adressen zijn gericht en haar niet hebben bereikt.
4.6.
In artikel X van de koop-/aanneemovereenkomst is bepaald dat voor het vorderen van de boete vereist is dat de nalatige partij bij deurwaardersexploit in gebreke is gesteld en dat die partij daarna gedurende acht dagen tekortschiet in de nakoming.
Te dien aanzien overweegt de rechtbank dat Nedprojekt een deurwaardersexploit van 10 augustus 2009 heeft overgelegd, waarbij een brief van 23 april 2009 is betekend, waarin [gedaagde] door de makelaar in gebreke is gesteld. [gedaagde] heeft echter gesteld dat dit exploot en deze brief door haar niet zijn ontvangen en uit het door haar overgelegde Afschrift basisadministratie persoonsgegevens blijkt dat zij niet ingeschreven heeft gestaan op het adres waar het exploot is betekend. Het exploot is op dat adres in gesloten envelop achtergelaten omdat de deurwaarder aldaar niemand aantrof aan wie een rechtsgeldig afschrift kon worden gelaten.
Dit laat evenwel onverlet dat de dagvaarding in deze rechtszaak aan [gedaagde] in persoon is betekend en wel op 5 februari 2010. [gedaagde] is derhalve in elk geval acht dagen na deze dagvaarding in verzuim geraakt in de zin van artikel X van de koop-/aanneemovereenkomst, waarmee zij de boete van 10% van de koop-/aanneemsom verschuldigd is geworden. De rechtbank zal de gevorderde boete toewijzen.
Matiging van de boete
4.7.
Meer subsidiair doet [gedaagde] een beroep op de bevoegdheid van de rechtbank om de boete te matigen en verzoekt zij de rechtbank de boete op grond van de redelijkheid en billijkheid te matigen tot nihil, althans tot een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen bedrag. [gedaagde] heeft daarbij gesteld dat Nedprojekt niet heeft onderbouwd dat zij schade heeft geleden, dat de boete disproportioneel is en dat zij in financiële problemen verkeert. Nedprojekt heeft ter comparitie verklaard dat de boete standaard is en niet disproportioneel en dat zij aanspraak maakt op de boete. Nedprojekt betwist dat de redelijkheid en de billijkheid daaraan in de weg zouden staan en stelt dat zij weldegelijk schade heeft geleden en wijst daarbij op na te melden notariskosten, courtage en bouwrentederving.
4.8.
De rechtbank stelt voorop dat voor het matigen van een boete ingevolge artikel 6:94 BW slechts dan plaats is, indien de billijkheid dit klaarblijkelijk eist.
Dat brengt met zich dat de rechter pas, als de toepassing van het boetebeding in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat leidt, van deze bevoegdheid gebruik mag maken. Daarbij zal de rechter niet alleen moeten letten op de verhouding tussen de werkelijke schade en de hoogte van de boete, maar ook op de aard van de overeenkomst, de inhoud en de strekking van het beding en de omstandigheden waaronder het is ingeroepen (zie o.m. Hoge Raad 17 april 2007, NJ 2007, 262).
Er zijn door [gedaagde] geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd die, indien zij zouden vaststaan en gelet op voormelde maatstaf, tot de conclusie nopen dat de toepassing van het onderhavige boetebeding -dat deel uitmaakt van een gebruikelijke koop-/aanneem overeenkomst- in de gegeven omstandigheden tot een buitensporig en onaanvaardbaar resultaat leidt.
Schadevergoeding
4.9.
Nedprojekt heeft naast de boete ook aanspraak gemaakt op schadevergoeding. Ter comparitie heeft zij haar schade nader toegelicht. Zij heeft aangevoerd dat zij notariskosten heeft gemaakt, courtage heeft betaald en ruim 1,5 jaar geen opbrengsten heeft gehad van deze onroerende zaak. Alleen al de gedurende 1,5 jaar gederfde overeengekomen bouwrente bedraagt volgens Nedprojekt ongeveer € 35.000,00.
Tevens heeft Nedprojekt ter comparitie haar eis voorwaardelijk verminderd door te verklaren dat zij bereid is de vordering voor aanvullende schadevergoeding te laten vervallen indien de gevorderde boete wordt toegewezen.
Nu de rechtbank er toe zal overgaan de gevorderde boete toe te wijzen, zoals overwogen in r.ov. 4.6, behoeft dit punt verder geen bespreking door de rechtbank.
Ten overvloede overweegt de rechtbank dat lid 3 van artikel X van de koop-/aanneemovereenkomst bepaalt dat de boete in mindering strekt op eventueel verschuldigde schadevergoeding en dat Nedprojekt niet aannemelijk heeft gemaakt dat haar schade het bedrag van de boete overtreft.
Wettelijke rente
4.10.
Nedprojekt maakt primair vanaf 18 november 2009, subsidiair vanaf datum dagvaarding aanspraak op vergoeding van de vertragingsrente ex artikel 6:119 BW over de gevorderde hoofdsom.
[gedaagde] betwist dat zij wettelijke rente verschuldigd is met ingang van 18 november 2009, subsidiair de datum van de dagvaarding, omdat zij niet op 18 november 2009 in verzuim is geraakt.
Op grond van artikel 6:119 BW is de wettelijke rente verschuldigd over de tijd dat [gedaagde] in verzuim is geweest. Zoals hierboven is vastgesteld wordt in dit geding ervan uitgegaan dat [gedaagde] in verzuim is geraakt acht dagen na de betekening van de dagvaarding, dus per 14 februari 2010. Vanaf deze datum acht de rechtbank de wettelijke rente toewijsbaar over het boetebedrag van € 67.500,00.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.11.
De buitengerechtelijke incassokosten komen als vermogensschade voor vergoeding in aanmerking in de zin van redelijke kosten gemaakt ter voldoening buiten rechte ingevolge artikel 6:96 lid 2 sub c BW.
Nedprojekt vordert een bedrag van € 2.842,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. Zij heeft gesteld dat de makelaar, deurwaarder en raadsman in opdracht en voor rekening van Nedprojekt vanaf november 2009 op voldoening buiten rechte gerichte werkzaamheden hebben verricht, onder andere door het versturen van meerdere brieven, exploten en sommaties anders dan die tot voorbereiding van de gedingstukken en ter instructie van de zaak.
[gedaagde] betwist vergoeding van deze kosten verschuldigd te zijn.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet voldoende onderbouwd gesteld dat ten behoeve van Nedprojekt werkzaamheden zijn verricht die een hogere vergoeding rechtvaardigen dan is aanbevolen in het rapport Voorwerk II. De gevorderde vergoeding wegens buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zal dan ook worden toegewezen, gematigd tot een bedrag gelijk aan twee punten van het toepasselijke liquidatietarief, met een maximum van 15% van de hoofdsom, zijnde € 1.788,00.
4.12.
[gedaagde] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. Omdat een deel van het gevorderde bedrag wordt afgewezen, begroot de rechtbank de proceskosten aan de zijde van Nedprojekt op basis van het toegewezen bedrag op:
- -
dagvaarding € 91,32
- -
vast recht 2.340,00
- -
salaris advocaat 1.788,00 (2.0 punt x tarief € 894,00)
Totaal € 4.219,32
Daarenboven zal de rechtbank [gedaagde] overeenkomstig de vordering van Nedprojekt veroordelen in de nakosten, gesteld op € 131,00 zonder betekening en € 199,00 ingeval van betekening van het vonnis.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1.
verklaart voor recht dat de koop-/aanneemovereenkomst d.d. 20 februari 2009 tussen Nedprojekt en [gedaagde] is ontbonden,
5.2.
veroordeelt [gedaagde] om aan Nedprojekt te betalen een bedrag van € 67.500,00 (zevenenzestigduizendenvijfhonderd euro), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over het toegewezen bedrag vanaf 14 februari 2010 tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [gedaagde] om aan Nedprojekt te betalen een bedrag van
€ 1.788,00 ter zake van de buitengerechtelijke incassokosten,
5.4.
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Nedprojekt tot op heden begroot op € 4.219,32,
5.5.
veroordeelt [gedaagde] in de nakosten, aan de zijde van Nedprojekt tot op heden begroot op €131,00, en in het geval het exploot van de dagvaarding wordt betekend vermeerderd met € 68,00,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. N.W. Huijgen en in het openbaar uitgesproken op 1 december 2010.
coll: SP