Einde inhoudsopgave
Voorstel van wet houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)
Artikel 4.3 (grondslag rijksregels)
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-07-2015, Kamerstukken 2015, 33962 (uitgifte: 01-07-2015, kamerstukken: 33962-A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Veiligheid en Justitie
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Ministerie van Economische Zaken
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de volgende activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving:
- a.
bouwactiviteiten, sloopactiviteiten en het gebruik en het in stand houden van bouwwerken,
- b.
milieubelastende activiteiten,
- c.
lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of een zuiveringtechnisch werk,
- d.
wateronttrekkingsactiviteiten,
- e.
mijnbouwactiviteiten,
- f.
beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot:
- 1°
een weg,
- 2°
een waterstaatswerk,
- 3°
een installatie in een waterstaatswerk,
- g.
het gelegenheid bieden tot zwemmen of baden,
- h.
activiteiten die cultureel erfgoed betreffen,
- i.
activiteiten die werelderfgoed betreffen.
2.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op de doelen van de wet regels worden gesteld over de volgende activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor de fysieke leefomgeving:
- a.
ontgrondingsactiviteiten,
- b.
stortingsactiviteiten op zee,
- c.
beperkingengebiedactiviteiten met betrekking tot:
- 1°
een luchthaven,
- 2°
een hoofdspoorweg, lokale spoorweg of bijzondere spoorweg.
3.
De regels kunnen bij ministeriële regeling worden gesteld als deze uitvoeringstechnische, administratieve en meet- of rekenvoorschriften inhouden.
4.
Bij het stellen van de regels worden de grenzen van artikel 2.3, derde lid, in acht genomen.