Einde inhoudsopgave
RvdW 2019/14
Profijtontneming. 1. Ambtshalve overweging hof met betrekking tot overschrijding redelijke termijn in feitelijke aanleg (korting in hoofdzaak). 2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat bedrag op tussenrekening niet bij vaststelling wederrechtelijk verkregen voordeel mag worden betrokken, omdat bedrag niet ten bate van betrokkene is gekomen. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/00919 P, 17/00920 en 17/00946.
HR 04-12-2018, ECLI:NL:HR:2018:2224
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
4 december 2018
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
17/00825
- Conclusie
A-G mr. F.W. Bleichrodt
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Materieel strafrecht / Sancties
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:2224, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 04‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1340, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 30‑10‑2018
Essentie
Profijtontneming. 1. Ambtshalve overweging hof met betrekking tot overschrijding redelijke termijn in feitelijke aanleg (korting in hoofdzaak).
2. Uitdrukkelijk onderbouwd standpunt dat bedrag op tussenrekening niet bij vaststelling wederrechtelijk verkregen voordeel mag worden betrokken, omdat bedrag niet ten bate van betrokkene is gekomen. Hoge Raad: art. 81 lid 1 RO. Samenhang met 17/00919 P, 17/00920 en 17/00946.
Partij(en)
4 december 2018
Strafkamer
nr. S 17/00825 P
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 10 februari 2017, nummer 23/005273-13, op een vordering tot ontneming van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.