RCR 2014/43
Huur bedrijfsruimte. Is het profiteren van wanprestatie, bestaande uit de schending van het voorkeursrecht van huurder onrechtmatig?
HR 28-03-2014, ECLI:NL:HR:2014:740 (Joba)
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 maart 2014
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, G. Snijders, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
13/02184
- Conclusie
A-G mr. J. Spier
- Roepnaam
Joba
- JCDI
JCDI:ADS917948:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Verbintenissenrecht / Aansprakelijkheid
Huurrecht / Huur van bedrijfsruimte
Verbintenissenrecht / Onrechtmatige daad
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:740, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑03‑2014
ECLI:NL:PHR:2014:217, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 10‑01‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑04‑2013
- Wetingang
Art. 6:162 BW
Essentie
Huur bedrijfsruimte. Profiteren van wanprestatie.
Is het profiteren van wanprestatie, bestaande uit de schending van het voorkeursrecht van huurder onrechtmatig?
Samenvatting
Huurder Tjin-Hin-Tjoe huurde een winkelruimte van verhuurder Ram. Hij heeft een voorkeursrecht in geval van verkoop van de winkelruimte. Op 18 januari respectievelijk 24 januari 2007 heeft Ram de winkelruimte verkocht aan Joba (‘Koopovereenkomsten’). Op 24 januari 2007 heeft Joba de winkelruimte doorverkocht aan Lugt. Tjin-Hin-Tjoe heeft daarop het voorkeursrecht ingeroepen. De verkoop en doorverkoop zijn vervolgens op 20 februari 2007, eerder dan oorspronkelijk afgesproken, geëffectueerd. Dit om te voorkomen dat Ram wanprestatie zou plegen jegens Joba ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.