NJB 2019/2421:Uitlevering. Dit kort geding betreft de executie-uitlevering van een Bulgaar door Nederland aan Turkije. Is de uitlevering in strijd met art. 8 EVRM (family life), het Unierechtelijke discriminatieverbod en/of het recht op vrij verkeer van Unieburgers? Hoge Raad: Het arrest van het hof dateert van voor HvJEU 13 november 2018, C-247/17, ECLI:EU:C:2018:898 (Raugevicius). Uit het arrest Raugevicius volgt dat moet worden onderzocht of de opgeëiste persoon permanent op het grondgebied van de Staat verblijft als bedoeld in dat arrest en zo ja, of dat meebrengt dat de straf in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd en dan ook, overeenkomstig het arrest Raugevicius, dient te worden gelegd. Na verwijzing zal de zaak met inachtneming van het arrest Raugevicius opnieuw moeten worden beoordeeld.

NJB 2019/2421

Uitlevering. Dit kort geding betreft de executie-uitlevering van een Bulgaar door Nederland aan Turkije. Is de uitlevering in strijd met art. 8 EVRM (family life), het Unierechtelijke discriminatieverbod en/of het recht op vrij verkeer van Unieburgers? Hoge Raad: Het arrest van het hof dateert van voor HvJEU 13 november 2018, C-247/17, ECLI:EU:C:2018:898 (Raugevicius). Uit het arrest Raugevicius volgt dat moet worden onderzocht of de opgeëiste persoon permanent op het grondgebied van de Staat verblijft als bedoeld in dat arrest en zo ja, of dat meebrengt dat de straf in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd en dan ook, overeenkomstig het arrest Raugevicius, dient te worden gelegd. Na verwijzing zal de zaak met inachtneming van het arrest Raugevicius opnieuw moeten worden beoordeeld.

Documentgegevens:

HR 01-11-2019, ECLI:NL:HR:2019:1690

Instantie: Hoge Raad (Civiele kamer)
Datum: 1 november 2019
Magistraten: Mrs. E.J. Numann, G. Snijders, V. van den Brink, M.J. Borgers, C.H. Sieburgh
Zaaknummer: 18/03607
Folio weergave: Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Vakgebied(en): Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
EU-recht / Marktintegratie
Brondocumenten: ECLI:NL:HR:2019:1690, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 01‑11‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:767, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑09‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑09‑2018
Wetingang: (art. 18, 21 VWEU; art. 19 Handvest EU; art. 8 EVRM; art. 6 Europees Uitleveringsverdrag; art. 4 Uitleveringswet)

Essentie

Uitlevering. Dit kort geding betreft de executie-uitlevering van een Bulgaar door Nederland aan Turkije. Is de uitlevering in strijd met art. 8 EVRM (family life), het Unierechtelijke discriminatieverbod en/of het recht op vrij verkeer van Unieburgers? Hoge Raad: Het arrest van het hof dateert van voor HvJEU 13 november 2018, C-247/17, ECLI:EU:C:2018:898 (Raugevicius). Uit het arrest Raugevicius volgt dat moet worden onderzocht of de opgeëiste persoon permanent op het grondgebied van de Staat verblijft als bedoeld in dat arrest en zo ja, of dat meebrengt dat de straf in Nederland ten uitvoer kan worden gelegd en dan ook, overeenkomstig ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.