Het kabinet stelt dat op voorhand niet te zeggen is of er een direct gevolg zal zijn van de introductie van artikel 22bis op de kredietverlening aan het MKB en als er wel sprake zou zijn van een gevolg wat de omvang daarvan dan zou zijn en bij wie de effecten neerslaan. Of ondernemers als gevolg van de maatregel moeilijker krediet kunnen krijgen hangt af van de mate waarin een bedrijf alternatieve zekerheden kan bieden voor zaken waarop bodembeslag kan worden gelegd. Ook de mate waarin en de snelheid waarmee banken hun leningenportfolio kunnen herzien, de stand van de economie, de toestand op de financiële markten en diverse wetgevingstrajecten zoals de invoering van Basel III en de ex ante financiering van het depositogarantiestel spelen een rol. Kortom, niet alleen moet gekeken worden naar de introductie van artikel 22bis, maar ook naar de ontwikkelingen in de kredietverlening in hun totaliteit, aldus het kabinet. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling.
Parlementaire behandeling
“Het is niet op voorhand te zeggen of er een direct gevolg van de aanpassing in het bodem(voor)recht op de kredietverlening aan het MKB zal zijn, en zo ja, wat de omvang daarvan zou zijn en bij wie de effecten uiteindelijk zouden neerslaan. In de interne modellen die banken gebruiken om te berekenen hoeveel kapitaal ze moeten reserveren voor leningen aan het bedrijfsleven wordt inboedel doorgaans meegenomen als onderpand. Of dit ook betekent dat ondernemers door de voorgestelde maatregel moeilijker krediet krijgen hangt echter mede af van de mate waarin een bedrijf alternatieve zekerheden heeft voor inboedel waarop bodembeslag kan worden gelegd. Daarnaast is de mate waarin en snelheid waarmee banken hun leningenportfolio kunnen herzien een belangrijke factor voor de macro-effecten van de bodemrechtmaatregel op de balansen van de banken, en daarmee op de kredietverlening voor de samenleving en het MKB in het bijzonder. Tot slot is het bodem(voor)recht niet de enige factor die een effect op de kredietverlening kan hebben. Ook de stand van de economie, de toestand op financiële markten en diverse wetgevingstrajecten zoals de invoering van Basel III en de voorgestelde ex ante financiering van het depositogarantiestelsel spelen hier bijvoorbeeld een belangrijke rol. Het is daarom belangrijk de ontwikkelingen in de kredietverlening in hun totaliteit te volgen en op basis daarvan conclusies te trekken.”
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.4.2
Aant. 2.4.2 Leidt art. 22bis tot toename knelpunten bij kredietverstrekking aan MKB?
Actueel t/m 15-11-2024
15-11-2024, het commentaar is bijgewerkt t/m BNB 2024/123, VN 2024/50.46
01-01-2013 tot: -
Vakstudie Invorderingswet, art. 22bis Invorderingswet 1990, aant. 2.4.2
Invordering / Dwanginvordering
Invordering / Verhaalsrecht
Invordering (V)
beslag
Invorderingswet 1990 artikel 22bis
Beschouwing
Het kabinet stelt dat op voorhand niet te zeggen is of er een direct gevolg zal zijn van de introductie van artikel 22bis op de kredietverlening aan het MKB en als er wel sprake zou zijn van een gevolg wat de omvang daarvan dan zou zijn en bij wie de effecten neerslaan. Of ondernemers als gevolg van de maatregel moeilijker krediet kunnen krijgen hangt af van de mate waarin een bedrijf alternatieve zekerheden kan bieden voor zaken waarop bodembeslag kan worden gelegd. Ook de mate waarin en de snelheid waarmee banken hun leningenportfolio kunnen herzien, de stand van de economie, de toestand op de financiële markten en diverse wetgevingstrajecten zoals de invoering van Basel III en de ex ante financiering van het depositogarantiestel spelen een rol. Kortom, niet alleen moet gekeken worden naar de introductie van artikel 22bis, maar ook naar de ontwikkelingen in de kredietverlening in hun totaliteit, aldus het kabinet. Zie het onderdeel Parlementaire behandeling.
“Het is niet op voorhand te zeggen of er een direct gevolg van de aanpassing in het bodem(voor)recht op de kredietverlening aan het MKB zal zijn, en zo ja, wat de omvang daarvan zou zijn en bij wie de effecten uiteindelijk zouden neerslaan. In de interne modellen die banken gebruiken om te berekenen hoeveel kapitaal ze moeten reserveren voor leningen aan het bedrijfsleven wordt inboedel doorgaans meegenomen als onderpand. Of dit ook betekent dat ondernemers door de voorgestelde maatregel moeilijker krediet krijgen hangt echter mede af van de mate waarin een bedrijf alternatieve zekerheden heeft voor inboedel waarop bodembeslag kan worden gelegd. Daarnaast is de mate waarin en snelheid waarmee banken hun leningenportfolio kunnen herzien een belangrijke factor voor de macro-effecten van de bodemrechtmaatregel op de balansen van de banken, en daarmee op de kredietverlening voor de samenleving en het MKB in het bijzonder. Tot slot is het bodem(voor)recht niet de enige factor die een effect op de kredietverlening kan hebben. Ook de stand van de economie, de toestand op financiële markten en diverse wetgevingstrajecten zoals de invoering van Basel III en de voorgestelde ex ante financiering van het depositogarantiestelsel spelen hier bijvoorbeeld een belangrijke rol. Het is daarom belangrijk de ontwikkelingen in de kredietverlening in hun totaliteit te volgen en op basis daarvan conclusies te trekken.”
NNV, Kamerstukken II 2012/13, 33 402, nr. 14, p. 33-34.