Einde inhoudsopgave
Reglement van orde van de Europese Centrale Bank
Artikel 12 Betrekkingen tussen de Raad van bestuur en de Algemene Raad
Geldend
Geldend vanaf 01-03-2004
- Redactionele toelichting
De datum van publicatie is de datum van het goedkeuringsbesluit.
- Bronpublicatie:
19-02-2004, PbEU 2004, L 80 (uitgifte: 18-03-2004, regelingnummer: ECB/2004/2 2004/257/EG)
- Inwerkingtreding
01-03-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-02-2004, PbEU 2004, L 80 (uitgifte: 18-03-2004, regelingnummer: ECB/2004/2 2004/257/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Instituties
Accounting (V)
12.1.
De Algemene Raad van de ECB wordt de mogelijkheid geboden opmerkingen voor te leggen voordat de Raad van bestuur overgaat tot goedkeuring van:
- —
adviezen krachtens de artikelen 4 en 25.1 van de statuten;
- —
aanbevelingen op statistisch gebied, krachtens artikel 42 van de statuten;
- —
het jaarverslag;
- —
de regels ter standaardisatie van de financiële administratie en verslaglegging van de uitgevoerde werkzaamheden;
- —
de maatregelen voor de toepassing van artikel 29 van de statuten;
- —
de arbeidsvoorwaarden voor het ECB-personeel;
- —
in de context van de voorbereidingen voor het onherroepelijk vaststellen van wisselkoersen: een advies krachtens artikel 123, lid 5 van het Verdrag of met betrekking tot goed te keuren communautaire rechtshandelingen wanneer een derogatie wordt ingetrokken.
12.2.
Wanneer de Algemene Raad krachtens het eerste lid van dit artikel wordt verzocht opmerkingen voor te leggen, wordt hem een redelijke periode geboden waarbinnen dit plaats dient te hebben, welke niet minder dan tien werkdagen mag zijn. In dringende gevallen, hetgeen in het verzoek moet worden gerechtvaardigd, kan de periode worden teruggebracht tot vijf werkdagen. De president kan tot de schriftelijke procedure besluiten.
12.3.
Overeenkomstig artikel 47.4 van de statuten wordt de Algemene Raad door de president in kennis gesteld van de besluiten van de Raad van bestuur.