Einde inhoudsopgave
Besluit (GBVB) 2021/509 tot oprichting van een Europese Vredesfaciliteit, en tot intrekking van Besluit (GBVB) 2015/528
Artikel 3 Handelingsbevoegdheid en vrijstelling van indirecte belastingen en douanerechten
Geldend
Geldend vanaf 22-03-2021
- Bronpublicatie:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Inwerkingtreding
22-03-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-03-2021, PbEU 2021, L 102 (uitgifte: 24-03-2021, regelingnummer: 2021/509)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
EU-recht / Financiering
1.
De faciliteit beschikt over handelingsbevoegdheid, met name om bankrekeningen te bezitten, activa, voorraden en diensten te verwerven, te bezitten of te vervreemden, personeel in dienst te nemen, contracten, overeenkomsten en administratieve regelingen aan te gaan, eigen schulden te vereffenen en in rechte op te treden, zoals nodig is om uitvoering te geven aan dit besluit. De faciliteit heeft geen winstoogmerk en haar activiteiten mogen niet het gevolg hebben dat er winst wordt gemaakt.
2.
Overeenkomstig artikel 3, tweede alinea, van Protocol nr. 7 betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Unie treffen de lidstaten, indien mogelijk, passende maatregelen tot vrijstelling, kwijtschelding of teruggave van het bedrag der indirecte belastingen en van belastingen op de verkoop welke een deel vormen van de prijs van onroerende of roerende goederen, wanneer de faciliteit voor officieel gebruik aanzienlijke aankopen doet van goederen in de prijs waarvan zodanige belastingen begrepen zijn. De toepassing van deze bepalingen mag evenwel niet tot gevolg hebben dat de mededinging binnen de Unie wordt vervalst. Voorts zijn overeenkomstig artikel 4, eerste alinea, van genoemd Protocol goederen die de faciliteit in de Unie invoert, vrijgesteld van douanerechten.