Verdrag tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen
Protocol
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2010
- Bronpublicatie:
13-10-2008, Trb. 2008, 214 (uitgifte: 17-12-2008, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-12-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-12-2010, Trb. 2010, 329 (uitgifte: 23-12-2010, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Belastingverdragen
Bij de ondertekening van het Verdrag tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen, heden gesloten tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Saudi-Arabië, zijn de ondergetekenden overeengekomen dat de volgende bepalingen een integrerend deel van het Verdrag vormen.
I. Ad artikel 4
1
De bevoegde autoriteiten regelen in onderlinge overeenstemming welke rechtspersonen mogen worden beschouwd als inwoners van een Verdragsluitende Staat zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel c, onder i.
2
Een natuurlijke persoon die aan boord van een schip woont zonder een werkelijke woonplaats in een van de Verdragsluitende Staten te hebben, wordt geacht inwoner te zijn van de Verdragsluitende Staat waarin het schip zijn thuishaven heeft.
II. Ad artikel 5
Het volgende wordt eveneens geacht een vaste inrichting te zijn:
- 1.
Een wezenlijke activiteit (zoals onderhouds-, opleidings- en installatiewerkzaamheden) vervat in een overeenkomst voor de uitvoer van goederen en koopwaar die uitgevoerd wordt in een Verdragsluitende Staat. De winst uit onderneming verkregen uit de uitvoer van de goederen en koopwaar worden in die Verdragsluitende Staat evenwel niet aan belasting onderworpen.
- 2.
Werkzaamheden buitengaats (omschreven als werkzaamheden verricht op het continentaal plat van een Verdragsluitende Staat in verband met de exploratie of exploitatie van de zeebodem en de ondergrond daarvan en hun natuurlijke rijkdommen).
- 3.
De rechten tot exploratie of winning en exploitatie van natuurlijke rijkdommen, met inbegrip van rechten op, belangen bij of op voordelen van vermogensbestanddelen die voortvloeien uit deze exploratie of exploitatie/winning.
III. Ad artikel 7
1
In het geval van overeenkomsten betreffende toezicht, constructies, levering of installaties worden de voordelen van een vaste inrichting niet bepaald op basis van het totale bedrag van de overeenkomst, doch slechts op basis van dat deel van de overeenkomst dat werkelijk wordt uitgevoerd door de vaste inrichting in de Staat waar de vaste inrichting is gevestigd. Elk deel van de overeenkomst dat buiten de Verdragsluitende Staat waar de vaste inrichting gevestigd is wordt uitgevoerd wordt niet in aanmerking genomen bij het bepalen van de voordelen van die vaste inrichting.
2
Elke Verdragsluitende Staat kan zijn nationale wetgeving toepassen op verzekeringsactiviteiten.
IV. Ad artikel 9
Elke transactie of overeenkomst tussen gelieerde ondernemingen dient te worden getoetst om zeker te stellen of voldaan wordt aan de voorwaarde bedoeld in het eerste lid van dit artikel en deze niet uitsluitend vanwege de relatie tussen de beide ondernemingen in strijd geacht wordt met het arm's length beginsel.
V. Ad artikel 10, tweede lid, onderdeel a
In het geval van een wezenlijke wijziging van het bronbelastingstelsel voor dividenden in een van beide Verdragsluitende Staten na het tijdstip van ondertekening van dit Verdrag, gaan de Verdragsluitende Staten over tot onderhandeling over de opname van een antimisbruikbepaling in het Verdrag.
VI. Ad artikel 16
Het is wel te verstaan dat onder ‘raad van beheer van een lichaam’ wordt verstaan personen die als zodanig zijn benoemd door de algemene vergadering van aandeelhouders of door enig ander bevoegd orgaan en belast zijn met de algemene leiding van het lichaam onderscheidenlijk met het toezicht daarop.
VII. Ad artikel 18
Niettegenstaande het eerste lid, mag de andere Verdragsluitende Staat die bestanddelen van het inkomen ook belasten indien die in de Staat van inwonerschap zijn vrijgesteld en totdat het artikel door de beide Verdragsluitende Staten is heronderhandeld, indien de Staat van inwonerschap een dergelijke belasting invoert.
VIII. Ad artikelen 10, 13 en 23
Niettegenstaande de artikelen 10 en 13 mogen dividenden en vermogenswinsten die ontstaan in het tijdvak waarin een natuurlijke persoon inwoner was van Nederland voordat hij inwoner werd van het Koninkrijk Saudi-Arabië in Nederland tot 10 jaar na de emigratie van die natuurlijke persoon overeenkomstig de Nederlandse wet worden belast. Het Koninkrijk Saudi-Arabië past artikel 23 uitsluitend toe op het deel van de inkomsten van de natuurlijke persoon dat is ontstaan voordat de natuurlijke persoon Nederland heeft verlaten, indien de aanslag is verstrekt bij diens emigratie en voor zover de belasting is geïnd.
IX. Algemeen
1
Indien aan de bron belasting is geheven die het belastingbedrag dat ingevolge de bepalingen van de artikelen 10, 11 of 12 mag worden geheven te boven gaat, moeten verzoeken om teruggaaf van het daarboven uitgaande belastingbedrag worden ingediend bij de bevoegde autoriteit van de Staat die de belasting heeft geheven, binnen een tijdvak van vijf jaar na afloop van het kalenderjaar waarin de belasting is geheven.
2
Zodra de wetten of voorschriften van het Koninkrijk Saudi-Arabië inwoners van andere landen, met uitzondering van landen die lid zijn van de Samenwerkingsraad van de Golfstaten en de Arabische Liga, een nationale behandeling wat betreft belastingheffing toekennen, wordt deze nationale behandeling automatisch verleend aan inwoners of voormalige inwoners van Nederland.
3
Het Koninkrijk Saudi-Arabië kent onderdanen of inwoners van Nederland met betrekking tot zijn nationale wetten en voorschriften geen behandeling voor de belastingheffing toe die minder gunstig is dan die voor inwoners of onderdanen van derde landen, met uitzondering van landen die lid zijn van de Samenwerkingsraad van de Golfstaten en de Arabische Liga.
4
Indien het Koninkrijk Saudi-Arabië in een belastingverdrag met een land een vorm van geschillenregeling opneemt, met inbegrip van een bindende geschillenregeling, gaan de Verdragsluitende Staten over tot onderhandelingen teneinde een artikel inzake de regeling van geschillen op te nemen.
5
Indien het Koninkrijk Saudi-Arabië in een belastingverdrag met een land een artikel opneemt inzake de bijstand bij invordering, gaan de Verdragsluitende Staten over tot onderhandelingen teneinde een artikel op te nemen inzake bijstand en hulp bij de invordering van de belastingen waarop dit Verdrag van toepassing is.
6
Voordelen die gedurende een beperkt tijdvak van ten hoogste tien jaar in Saudi-Arabië zijn vrijgesteld van inkomstenbelasting overeenkomstig de bepalingen van zijn wetgeving tot het bevorderen van investeringen, worden voor de toepassing van de deelnemingsvrijstelling door Nederland geacht aan inkomstenbelasting te zijn onderworpen.
TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe naar behoren gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.
GEDAAN in tweevoud te Riyad op 13/10/2008, in de Nederlandse, de Arabische en de Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek. In geval van verschillende uitlegging, is de Engelse tekst doorslaggevend.