De faillissementspauliana
Einde inhoudsopgave
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/4.5.2.1:4.5.2.1 Algemeen
De faillissementspauliana (O&R nr. 75) 2012/4.5.2.1
4.5.2.1 Algemeen
Documentgegevens:
mr. R.J. van der Weijden, datum 26-10-2012
- Datum
26-10-2012
- Auteur
mr. R.J. van der Weijden
- JCDI
JCDI:ADS378332:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Zie ook A-G Huydecoper, conclusie voor HR 2 februari 2007, JOR 2007/102(Van Emden q.q./Rabobank), onder 14.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
Bij het maken van de in het arrest Diepstraten q.q./Gilhuis genoemde vergelijking zal steeds rekening moeten worden gehouden met alle relevante omstandigheden van het geval. Het gaat er uiteindelijk om of de met de aangevochten rechtshandeling samenhangende voor- en nadelen er per saldo toe hebben geleid dat schuldeisers zijn benadeeld.1 Deze voor- en nadelen worden niet steeds veroorzaakt door de aangevochten rechtshandeling zelf, maar kunnen ook het gevolg zijn van een of meer andere rechtsfeiten c.q. rechtshandelingen. Wordt bij het beantwoorden van de vraag of sprake is van benadeling van schuldeisers ook rekening gehouden met de voor- dan wel nadelige gevolgen van andere rechtsfeiten dan de aangevochten rechtshandeling, dan wordt ook wel gesproken van een 'samenstel van rechtshandelingen'. Twee situaties kunnen in dit verband worden onderscheiden. Op de eerste plaats kan een rechtshandeling die op zichzelf beschouwd niet tot benadeling van schuldeisers heeft geleid, toch voor vernietiging in aanmerking komen als deze deel uitmaakt van een samenstel van rechtshandeling dat als zodanig wel nadelig is voor schuldeisers. In dat geval wordt bij het beantwoorden van de vraag of de aangevochten rechtshandeling tot benadeling heeft geleid, rekening gehouden met de nadelige gevolgen van een ander rechtsfeit c.q. een andere rechtshandeling. Ook de tegenovergestelde situatie kan zich voordoen. In dat geval kan een rechtshandeling die op zichzelf beschouwd tot benadeling van schuldeisers leidt, toch niet worden vernietigd, omdat deze deel uitmaakt van een samenstel van rechtshandelingen dat als zodanig niet nadelig is voor schuldeisers. Bij het beantwoorden van de vraag of de aangevochten rechtshandeling tot benadeling heeft geleid, wordt dan rekening gehouden met de gunstige gevolgen van een ander rechtsfeit c.q. een andere rechtshandeling.