RvdW 2022/984:Brandstichting, art. 157 lid 2 Sr. Aanhoudingsverzoek voorafgaand aan tz. in hoger beroep gedaan door verdachte en raadsman en ttz. in h.b. door niet gemachtigde raadsman gehandhaafd op de grond dat verdachte niet aanwezig kan zijn a.g.v. diverse medische klachten en daarmee verband houdende medische behandelingen. Door hof afgewezen met overweging dat geen inhoudelijke medische stukken zijn overgelegd en het niet aannemelijk is geworden dat verdachte vanwege zijn medische toestand niet in staat is om op tz. aanwezig te zijn. HR herhaalt relevante overwegingen uit HR 1 december 2020, RvdW 2021/27 m.b.t. beoordelingskader aanhoudingsverzoeken. Raadsman heeft verzocht onderzoek ttz. aan te houden, omdat verdachte niet aanwezig kon zijn a.g.v. diverse medische klachten en daarmee verband houdende (ook kort voorafgaande aan zitting geplande en uitgevoerde) medische behandelingen waarover voorafgaand aan tz. door en namens verdachte nadere informatie was verstrekt, mede onder overlegging van afsprakenbrieven van ziekenhuis. Hof heeft niet geoordeeld dat aan verzoek ten grondslag gelegde medische toestand van verdachte niet aannemelijk is, terwijl hof ook geen gelegenheid heeft geboden om (nader omschreven) bewijsstukken te overleggen. Hof heeft ook niet blijk gegeven van afweging van belangen. Gelet op een en ander heeft hof zijn beslissing niet toereikend gemotiveerd. Volgt vernietiging en terugwijzing.