Einde inhoudsopgave
Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens het verloop van de gemeenschappelijke landgrens, de grenswateren, het grondbezit in de nabijheid van de grens, het grensoverschrijdende verkeer over land en via de binnenwateren en andere met de grens verband houdende vraagstukken (Grensverdrag)
Artikel 51
Geldend
Geldend vanaf 01-08-1963
- Bronpublicatie:
08-04-1960, Trb. 1960, 68 (uitgifte: 18-07-1960, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-08-1963
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-07-1963, Trb. 1963, 114 (uitgifte: 01-01-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
De Bondsrepubliek Duitsland heeft het recht binnen tien jaar na de inwerkingtreding van dit Verdrag de ten westen van Herzogenrath geprojecteerde rondweg aan te leggen op dat deel van het Nederlandse gebied, dat begrensd wordt door
- a)
de Nederlands-Duitse grens langs de Kloosterlindenweg,
- b)
de Nederlands-Duitse grens langs de weg Herzogenrath— Eijgelshoven tot het noordelijke knikpunt van deze grens,
- c)
het ongeveer 270 meter in zuidwestelijke richting verlengde deel van de grens ten noordwesten van de noordelijke slikvijver van de ‘Vereinigte Glaswerke Herzogenrath’,
- d)
de verbindingslijn tussen het eindpunt van de onder c genoemde verlenging en het grenspunt bij grenssteen 235.
2.
Het Koninkrijk der Nederlanden zal ervoor zorg dragen, dat binnen deze periode op het in lid 1 aangegeven terrein en op een 20 meter brede strook ten westen van de in lid 1 onder c en d aangegeven begrenzingslijnen geen bouwwerken en inrichtingen van enigerlei soort worden gebouwd of aangelegd, die de aanleg van deze weg zouden hinderen. Dit geldt niet voor een 250 meter lange en 40 meter brede strook ten noorden van grenssteen 236; de breedte van 40 meter wordt gemeten van de rooilijn van de westzijde van de weg Herzogenrath-Eijgelshoven af.
3.
Bij de aanleg van de rondweg zullen viaducten worden gebouwd over de weg tussen de grensstenen 235 en 236 alsmede over de weg die van grenssteen 236 af naar het noorden loopt.
4.
De plannen voor de aanleg van de rondweg en de viaducten worden opgesteld in overeenstemming met de Nederlandse Rijkswaterstaat. De bevoegde Nederlandse autoriteiten zullen de bevoegde Duitse autoriteiten op hun verzoek bijstand verlenen bij het verwerven van grond en bij de aanleg. De kosten van de aanleg komen ten laste van de Bondsrepubliek Duitsland.