Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) Nr. 302/2005 betreffende de toepassing van de veiligheidscontrole van Euratom
Artikel 3 Mededeling van de fundamentele technische kenmerken
Geldend
Geldend vanaf 20-03-2005
- Bronpublicatie:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Inwerkingtreding
20-03-2005
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-02-2005, PbEU 2005, L 54 (uitgifte: 28-02-2005, regelingnummer: 302/2005)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Algemeen
Milieurecht / Algemeen
Energierecht (V)
1.
Personen of ondernemingen die een installatie vestigen of exploiteren voor de productie, scheiding, opwerking, opslag of ander gebruik van grondstoffen of bijzondere splijtstoffen, delen de Commissie de fundamentele technische kenmerken van de installatie mee aan de hand van de vragenlijst in bijlage I.
Voor de toepassing van de eerste alinea wordt onder ‘gebruik’ van kerntechnisch materiaal onder meer verstaan de opwekking van energie in reactoren, onderzoek in kritische of nulenergie-installaties, omzetting, bereiding, opwerking, opslag, isotopenscheiding, concentratie van erts, en conditionering en opslag van afvalstoffen.
Voor de productie van erts zijn de artikelen 24 en 25 van toepassing.
2.
De lidstaten die partij zijn bij Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom wijzen voor elke locatie op hun grondgebied een vertegenwoordiger aan, die de Commissie een algemene beschrijving van de locatie aan de hand van de vragenlijst in bijlage II meedeelt.
Deze mededeling moet binnen 120 dagen na de inwerkingtreding van Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom in de betrokken lidstaat worden ingediend. Uiterlijk op 1 april van elk jaar moet een bijgewerkte versie worden ingediend.
De mededeling moet voldoen aan artikel 2, onder a), punt iii), van Aanvullend Protocol 1999/188/Euratom, en staat los van de in lid 1 van dit artikel bedoelde mededeling.
3.
De locatievertegenwoordiger is verantwoordelijk voor de tijdige inzameling van de benodigde informatie en de mededeling van de algemene beschrijving van de locatie aan de Commissie, terwijl de personen of ondernemingen die een installatie vestigen of exploiteren verantwoordelijk zijn voor de juistheid en de volledigheid van de mededelingen en de betrokken lidstaat verantwoordelijk is voor de gebouwen op een locatie die niets met kerntechnisch materiaal te maken hebben. De in de leden 1 en 2 bedoelde mededelingen worden zoveel mogelijk in elektronische vorm ingediend, voorzover de persoon of onderneming deze in deze vorm bewaart. Indien informatie zowel in elektronische vorm als op papier aan de Commissie wordt gezonden, prevaleert de papieren vorm.