Aanwijzingsregeling Liftinstituut als instantie belast met EEG-typeonderzoek en EEG-controle liftonderdelen
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1995
- Bronpublicatie:
19-04-1995, Stcrt. 1995, 80 (uitgifte: 01-01-1995, regelingnummer: WBJA/W2/95/0381)
- Inwerkingtreding
27-04-1995
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-1995, Stcrt. 1995, 80 (uitgifte: 01-01-1995, regelingnummer: WBJA/W2/95/0381)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
Het Liftinstituut gaat eerst over tot het verrichten van het EEG-typeonderzoek nadat een aanvraag daartoe bij het Liftinstituut is ingediend door de fabrikant of diens binnen de Europese Economische Gemeenschap, of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte (Trb. 1992, 132) gevestigde gevolmachtigde en deze daarbij voldoet aan het tweede en derde lid.
2.
De aanvrager verstrekt aan het Liftinstituut de documentatie welke in verband met het onderzoek noodzakelijk is, en stelt aan het Liftinstituut het hiervoor benodigde aantal liftonderdelen ter beschikking. Het Liftinstituut doet omtrent een en ander zonodig opgave aan de aanvrager. De aanvrager legt aan het Liftinstituut tevens een verklaring over, dat een overeenkomstige aanvraag niet bij een andere door een lid-staat van de Europese Economische Gemeenschap, of door een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte erkende instantie is ingediend.
3.
De aanvraag, de documentatie en de daarop betrekking hebbende correspondentie zijn gesteld in de Nederlandse of in een door het Liftinstituut aanvaarde andere taal.
4.
Het Liftinstituut waarborgt het vertrouwelijk karakter van de hem overgelegde gegevens en documentatie.