Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2024/1781 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het vaststellen van vereisten inzake ecologisch ontwerp voor duurzame producten, tot wijziging van Richtlijn (EU) 2020/1828 en Verordening (EU) 2023/1542, en tot intrekking van Richtlijn 2009/125/EG
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 18-07-2024
- Bronpublicatie:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1781 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1781)
- Inwerkingtreding
18-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-06-2024, PbEU L 2024, 2024/1781 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 2024/1781)
- Vakgebied(en)
Milieurecht (V)
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
- 1)
‘product’: alle fysieke goederen die in de handel worden gebracht of in gebruik worden genomen;
- 2)
‘onderdeel’: product dat bedoeld is om in een ander product te worden ingebouwd;
- 3)
‘intermediair product’: product dat verdere vervaardiging of verwerking behoeft, zoals menging, coating of assemblage, om het geschikt te maken voor eindgebruikers;
- 4)
‘energiegerelateerd product’: elk product dat tijdens het gebruik een effect heeft op het energieverbruik;
- 5)
‘productgroep’: reeks producten die soortgelijke doeleinden hebben en vergelijkbaar zijn in termen van gebruik, of functionele eigenschappen en die vergelijkbaar zijn in termen van perceptie van de consument;
- 6)
‘ecologisch ontwerp’: de integratie van overwegingen inzake ecologische duurzaamheid in de kenmerken van een product en de processen die in de hele waardeketen van het product plaatsvinden;
- 7)
‘vereiste inzake ecologisch ontwerp’: prestatie- of informatievereiste dat bedoeld is om een product, met inbegrip van processen die in de hele waardeketen van het product plaatsvinden, ecologisch duurzamer te maken;
- 8)
‘prestatievereiste’: een al dan niet kwantitatieve vereiste voor of in verband met een product om voor een in bijlage I vermelde productparameter een bepaald prestatieniveau te bereiken;
- 9)
‘informatievereiste’: een verplichting om een product vergezeld te laten gaan van de in artikel 7, lid 2, gespecificeerde informatie;
- 10)
‘toeleveringsketen’: alle upstreamactiviteiten en -processen in de waardeketen van het product, totdat het product de klant bereikt;
- 11)
‘waardeketen’: alle activiteiten en processen die deel uitmaken van de levenscyclus van een product alsook de eventuele herproductie ervan;
- 12)
‘levenscyclus’: de opeenvolgende en onderling met elkaar verbonden stadia gedurende de levensduur van een product, te weten de verwerving van grondstoffen of de opwekking daarvan uit natuurlijke hulpbronnen, de voorbehandeling, de productie, de opslag, de distributie, de installatie, het gebruik, het onderhoud, de reparatie, het verbeteren, het opknappen, het hergebruik, en het einde van de levensduur;
- 13)
‘einde van de levensduur’: stadium van de levenscyclus dat begint als een product wordt verwijderd en eindigt als de afvalstoffen van het product aan de natuur worden teruggegeven of in de levenscyclus van een ander product terechtkomen;
- 14)
‘milieueffect’: elke negatieve of positieve verandering in het milieu die geheel of gedeeltelijk het gevolg is van een product tijdens de levenscyclus ervan;
- 15)
‘prestatieklasse’: een reeks van prestatieniveaus in verband met een of meer in bijlage I vermelde productparameters, die is vastgesteld op basis op een gemeenschappelijke methodologie voor het product of de productgroep, dat zodanig is geordend om productdifferentiatie mogelijk te maken;
- 16)
‘herproductie’: handelingen waarmee een nieuw product wordt vervaardigd van voorwerpen die afval, producten of onderdelen zijn en waarmee ten minste één wijziging is aangebracht die van substantiële invloed is op de veiligheid, de prestatie, het doel of de soort van het product;
- 17)
‘verbeteren’: handelingen die worden uitgevoerd ter verbetering van de functionaliteit, prestatie, capaciteit, veiligheid of esthetiek van een product;
- 18)
‘opknappen’: handelingen die worden uitgevoerd om een product of een product waarvan men zich heeft ontdaan, voor te bereiden, te reinigen, te testen, een onderhoudsbeurt te geven en indien nodig te herstellen, om de prestaties of functionaliteit daarvan te herstellen binnen het beoogde gebruik en het prestatiebereik zoals die oorspronkelijk tijdens de ontwerpfase werden bedacht en zoals die van toepassing waren op het moment van het in de handel brengen van het product;
- 19)
‘onderhoud’: een of meer handelingen die worden uitgevoerd om een product in een staat te houden waarin het geschikt is voor het beoogde gebruik ervan;
- 20)
‘reparatie’: een of meer handelingen waarbij een gebrekkig product of afval wordt teruggebracht in een staat waarin het geschikt is voor het beoogde gebruik ervan;
- 21)
‘vroegtijdige veroudering’: een productontwerpkenmerk of daaropvolgende handeling of nalatigheid die ertoe leidt dat het product niet-functioneel wordt of minder goed presteert zonder dat dergelijke veranderingen in functionaliteit of prestaties het gevolg zijn van normale slijtage;
- 22)
‘duurzaamheid’: het vermogen van een product om onder gespecificeerde gebruiks-, onderhouds- en reparatievoorwaarden in de loop der tijd te blijven functioneren en te presteren;
- 23)
‘betrouwbaarheid’: de waarschijnlijkheid dat een product onder bepaalde omstandigheden gedurende een bepaalde tijd naar behoren functioneert zonder dat zich een gebeurtenis voordoet die als gevolg heeft dat een primaire of secundaire functie van het product niet langer kan worden uitgevoerd;
- 24)
‘milieuvoetafdruk’: een kwantificering van de milieueffecten van een product gedurende zijn levenscyclus, in verband met één milieueffectcategorie of een geaggregeerde reeks effectcategorieën, op basis van de milieuvoetafdrukmethode die is vastgesteld bij Aanbeveling (EU) 2021/2279 of andere wetenschappelijke, door internationale organisaties ontwikkelde en in samenwerking met verschillende industriesectoren uitgebreid geteste methoden die door de Commissie overgenomen of geïmplementeerd zijn in ander Unierecht;
- 25)
‘koolstofvoetafdruk’: totaal aan broeikasgasemissies en broeikasgasverwijderingen in een productsysteem, uitgedrukt in CO2-equivalent en gebaseerd op een levenscyclusbeoordeling, waarbij alleen gebruik wordt gemaakt van de effectcategorie ‘klimaatverandering’;
- 26)
‘materiaalvoetafdruk’: de totale hoeveelheid grondstoffen die wordt gewonnen om aan de vraag naar eindverbruik te voldoen;
- 27)
‘zorgwekkende stof’: een stof die:
- a)
voldoet aan de criteria van artikel 57 van Verordening (EG) nr. 1907/2006 en wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 59, lid 1, van die verordening;
- b)
in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 is ingedeeld in een van de volgende gevarencategorieën:
- i)
kankerverwekkendheid van de categorieën 1 en 2;
- ii)
mutageniteit in geslachtscellen van de categorieën 1 en 2;
- iii)
giftigheid voor de voortplanting van de categorieën 1 en 2;
- iv)
hormoonontregeling met gevolgen voor de menselijke gezondheid van de categorieën 1 en 2;
- v)
hormoonontregeling met gevolgen voor het milieu van de categorieën 1 en 2;
- vi)
persistente, mobiele en giftige of zeer persistente, zeer mobiele eigenschappen;
- vii)
persistente, bioaccumulerende en giftige of zeer persistente, zeer bioaccumulerende eigenschappen;
- viii)
sensibilisatie van de luchtwegen van categorie 1;
- ix)
sensibilisatie van de huid van categorie 1;
- x)
gevaar voor het aquatisch milieu — categorieën chronisch 1 tot en met 4;
- xi)
gevaarlijk voor de ozonlaag;
- xii)
specifieke doelorgaangiftigheid — herhaalde blootstelling van de categorieën 1 en 2;
- xiii)
specifieke doelorgaangiftigheid — eenmalige blootstelling van de categorieën 1 en 2;
- c)
wordt gereguleerd uit hoofde van Verordening (EU) 2019/1021, of
- d)
een negatieve invloed heeft op het hergebruik en de recycling van materialen in het product waarin de stof aanwezig is;
- 28)
‘digitaal productpaspoort’: een gegevensreeks die bij een product hoort, de informatie bevat die is gespecificeerd in de toepasselijke op grond van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handeling, en overeenkomstig hoofdstuk III elektronisch toegankelijk is via een gegevensdrager;
- 29)
‘gegevensdrager’: een streepjescode, een tweedimensionaal symbool of een ander medium voor het automatisch identificeren en lezen van gegevens dat met een apparaat kan worden afgelezen;
- 30)
‘unieke productidentificatiecode’: een unieke reeks tekens voor de identificatie van een product waarmee tevens een weblink naar het digitale productpaspoort kan worden gemaakt;
- 31)
‘unieke marktdeelnemeridentificatiecode’: een unieke reeks tekens voor de identificatie van een actor die betrokken is bij de waardeketen van een product;
- 32)
‘aanbieder van digitale-productpaspoortdiensten’: een natuurlijke of rechtspersoon die een onafhankelijke derde is en toestemming heeft van de marktdeelnemer die het product in de handel brengt of in gebruik neemt en die de digitale-productpaspoortgegevens voor dat product verwerkt met het oog op het beschikbaar stellen van die gegevens aan marktdeelnemers en andere relevante actoren met een recht van toegang tot die gegevens uit hoofde van deze verordening of andere Uniewetgeving;
- 33)
‘unieke faciliteitenidentificatiecode’: unieke reeks tekens voor de identificatie van locaties of gebouwen die betrokken zijn bij de waardeketen van een product of worden gebruikt door actoren die betrokken zijn bij de waardeketen van een product;
- 34)
‘vernietiging’: het opzettelijk beschadigen of het zich ontdoen van een product als afval, met uitzondering van het zich ontdoen met als enige doel het afleveren van het product waarvan men zich heeft ontdaan ter voorbereiding voor hergebruik, met inbegrip van opknappen of herproductie;
- 35)
‘klant’: een natuurlijke of rechtspersoon die voor eigen gebruik een product aankoopt, huurt of ontvangt, al dan niet optredend ten behoeve van de eigen handel, bedrijf, ambacht of beroep;
- 36)
‘consumptiegoed’: een product dat geen onderdeel of tussenproduct is en dat hoofdzakelijk bestemd is voor consumenten;
- 37)
‘onverkocht consumptiegoed’: consumptiegoed dat niet is verkocht, met inbegrip van overschotvoorraad, overtollige voorraad en dode voorraad, en producten die door een consument zijn teruggezonden op grond van zijn herroepingsrecht overeenkomstig artikel 9 van Richtlijn 2011/83/EU of, waar van toepassing, gedurende een langere door de handelaar toegekende herroepingstermijn;
- 38)
‘zelfreguleringsmaatregel’: een vrijwillige overeenkomst of een gedragscode die marktdeelnemers op eigen initiatief hebben gesloten en die zij moeten handhaven;
- 39)
‘op de markt aanbieden’: het in het kader van een handelsactiviteit, al dan niet tegen betaling, leveren van een product met het oog op distributie, consumptie of gebruik op de markt van de Unie;
- 40)
‘in de handel brengen’: een product voor het eerst in de Unie op de markt aanbieden;
- 41)
‘ingebruikneming’: het eerste gebruik in de Unie van een product voor het beoogde doel ervan;
- 42)
‘fabrikant’: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een product vervaardigt of laat ontwerpen of vervaardigen en het onder zijn naam of merk verhandelt;
- 43)
‘gemachtigde vertegenwoordiger’: een in de Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die schriftelijk door een fabrikant is gemachtigd om namens de fabrikant specifieke taken te vervullen in verband met de verplichtingen van de fabrikant uit hoofde van deze verordening;
- 44)
‘importeur’: een in de Unie gevestigde natuurlijke persoon of rechtspersoon die een product uit een derde land in de Unie in de handel brengt;
- 45)
‘distributeur’: een andere natuurlijke persoon of rechtspersoon in de toeleveringsketen dan de fabrikant of de importeur, die een product op de markt aanbiedt;
- 46)
‘marktdeelnemer’: de fabrikant, de gemachtigde vertegenwoordiger, de importeur, de distributeur, de handelaar en de fulfilmentdienstverlener;
- 47)
‘onafhankelijke marktdeelnemer’: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die onafhankelijk is van de fabrikant en die direct of indirect betrokken is bij het opknappen, de reparatie, het onderhoud of de herbestemming van een product, met inbegrip van afvalverwerkers, opknapbedrijven, reparateurs, fabrikanten of distributeurs van reparatieapparatuur, gereedschap of reserveonderdelen, alsook uitgevers van technische informatie, marktdeelnemers die keurings- en testdiensten aanbieden, en marktdeelnemers die opleidingen aanbieden voor installateurs, fabrikanten en reparateurs van apparatuur;
- 48)
‘professionele reparateur’: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroepsmatige reparatie- en onderhoudsdiensten voor een product verleent, ongeacht of die persoon binnen het distributiesysteem van de fabrikant werkt of onafhankelijk;
- 49)
‘technische specificatie’: een document dat voorschrijft aan welke technische vereisten een product, een proces of een dienst moet voldoen;
- 50)
‘CE-markering’: een markering waarmee de fabrikant aangeeft dat het betrokken product in overeenstemming is met alle toepasselijke vereisten van de harmonisatiewetgeving van de Unie die in het aanbrengen ervan voorziet;
- 51)
‘conformiteitsbeoordeling’: het proces waarmee wordt aangetoond of voldaan is aan de vereisten inzake ecologisch ontwerp die zijn vastgesteld in de relevante op grond van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen;
- 52)
‘conformiteitsbeoordelingsinstantie’: de instantie die conformiteitsbeoordelingsactiviteiten verricht, zoals ijken, testen, certificeren en inspecteren;
- 53)
‘aangemelde instantie’: een conformiteitsbeoordelingsinstantie die overeenkomstig hoofdstuk IX is aangemeld;
- 54)
‘aanbieder van een onlinemarktplaats’: een aanbieder van een tussenhandelsdienst die gebruikmaakt van een online-interface waarmee klanten in staat worden gesteld om op afstand overeenkomsten te sluiten met marktdeelnemers voor de verkoop van producten die onder de op grond van artikel 4 vastgestelde gedelegeerde handelingen vallen;
- 55)
‘handelaar’: een distributeur die in het kader van een commerciële activiteit, onder meer via verkoop op afstand, producten aan eindgebruikers voor verkoop, huur of huurkoop aanbiedt, of voor hen uitstalt, waaronder elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die in het kader van een commerciële activiteit een product in gebruik neemt;
- 56)
‘verkoop op afstand’: het online of via een andere methode voor verkoop op afstand aanbieden van producten voor verkoop, huur of huurkoop, waarbij de potentiële klant geen fysieke toegang tot het product heeft;
- 57)
‘risicohoudend product’: product dat, door niet te voldoen aan een ander vereiste inzake ecologisch ontwerp dan de in artikel 71, lid 1, vermelde vereisten die is vastgesteld in of op grond van deze verordening, negatieve gevolgen kan hebben voor het milieu of andere maatschappelijke belangen die met dat vereiste worden beschermd;
- 58)
‘product dat een ernstig risico inhoudt’: risicohoudend product waarvoor de markttoezichtautoriteiten gezien de mate van de desbetreffende niet-naleving of de daarmee samenhangende schade op basis van een beoordeling worden geacht snel te moeten ingrijpen, ook indien de gevolgen van de niet-naleving zich niet onmiddellijk voordoen.
De definities van ‘kleine en middelgrote ondernemingen’, ‘kleine ondernemingen’ en ‘micro-ondernemingen’ van artikel 2, leden 1, 2 en 3, van bijlage I bij Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie (1) zijn van toepassing.
De definities van ‘stof’ en ‘mengsel’, van artikel 3, punten 1) en 2), van Verordening (EG) nr. 1907/2006 zijn van toepassing.
De definities van ‘accreditatie’ en ‘nationale accreditatie-instantie’ van artikel 2, punten 10 en 11, van Verordening (EG) nr. 765/2008 zijn van toepassing.
De definities van ‘afvalstof’, ‘gevaarlijke afvalstof’, ‘hergebruik’, ‘nuttige toepassing’, ‘voorbereiding voor hergebruik’ en ‘recycling’ van artikel 3, punten 1, 2, 13, 15, 16 en 17, van Richtlijn 2008/98/EG zijn van toepassing.
De definitie van ‘geharmoniseerde norm’ van artikel 2, punt 1), c), van Verordening (EU) nr. 1025/2012 is van toepassing.
De definities van ‘aanbestedende diensten’ van artikel 2, punt 1, van Richtlijn 2014/24/EU en van ‘aanbestedende instanties’ van artikel 4, lid 1, van Richtlijn 2014/25/EU zijn van toepassing. ‘Overheidsopdrachten’: onder Richtlijn 2014/24/EU en Richtlijn 2014/25/EU vallende opdrachten.
De definitie van ‘verwerking’ van artikel 3, punt 2, van Verordening (EU) 2018/1807 van het Europees Parlement en de Raad (2) is van toepassing.
De definitie van ‘consument’ van artikel 2, punt 2, van Richtlijn (EU) 2019/771 is van toepassing.
De definities van ‘markttoezicht’, ‘markttoezichtautoriteit’, ‘fulfilmentdienstverlener’, ‘online interface’, ‘corrigerende maatregel’, ‘eindgebruiker’, ‘terugroepen’, ‘uit de handel nemen’, ‘douaneautoriteiten’ en ‘in het vrije verkeer brengen’ van artikel 3, punten 3), 4), 11), 15), 16), 21), 22), 23), 24) en 25), van Verordening (EU) 2019/1020 zijn van toepassing.
Voetnoten
Aanbeveling 2003/361/EG van de Commissie van 6 mei 2003 betreffende de definitie van kleine, middelgrote en micro-ondernemingen (PB L 124 van 20.5.2003, blz. 36).
Verordening (EU) 2018/1807 van het Europees Parlement en de Raad van 14 november 2018 inzake een kader voor het vrije verkeer van niet-persoonsgebonden gegevens in de Europese Unie (PB L 303 van 28.11.2018, blz. 59).