Einde inhoudsopgave
De verklaring voor recht (BPP nr. XVIII) 2015/1
1 Introductie
mr. N.E. Groeneveld-Tijssens, datum 23-03-2015
- Datum
23-03-2015
- Auteur
mr. N.E. Groeneveld-Tijssens
- JCDI
JCDI:ADS398285:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Voetnoten
Voetnoten
Art. 3:302 BW spreekt over een ‘verklaring van recht’, maar aangenomen wordt dat de wetgever zich hier heeft vergist. Zie Asser/Mijnssen, Van Velten & Bartels 5* 2008/113. In de literatuur en rechtspraak wordt in het algemeen gesproken over een verklaring voor recht. Omwille van de leesbaarheid zal ik hierna de ‘vordering die strekt tot een verklaring voor recht’ met enige regelmaat afkorten tot ‘vordering tot verklaring voor recht’. Dat zal ik ook doen met ‘de vordering die strekt tot een veroordeling tot prestatie’.
Bijvoorbeeld Rb. Arnhem 1 december 2010, ECLI:NL:RBARN:2010:BO8135; Rb. Rotterdam 8 augustus 2012, ECLI:NL:RBROT:2012:BX4132 en Rb. Arnhem 11 juli 2012, ECLI:NL:RBARN:2012:BX4433.
Bijvoorbeeld HR 30 maart 1951, NJ 1952, 29 (Dominee); HR 22 januari 1993, NJ 1994, 734 (Staat/Stichting Herwaardering Pensioenen NSB-Kamerleden) en Hof Arnhem 28 april 2009, NJF 2009, 335.
Zie hierna, nr. 10.
Snijders, Klaassen & Meijer 2011, nr. 161.
Zie hierna, nrs. 40, 43 en 44.
In art. 3:302 BW is de mogelijkheid opgenomen om een verklaring voor recht te vorderen.1 Het komt voor dat een partij de vordering combineert met de vordering die strekt tot veroordeling tot een prestatie.2 Het komt ook voor dat een partij alleen een verklaring voor recht vordert.3 Een eiser vordert bijvoorbeeld een verklaring voor recht dat de gedaagde gehouden is tot vergoeding van schade. Als de rechter die vordering toewijst, wijst hij een declaratoir vonnis.4 De rechter stelt dan alleen de rechtsverhouding tussen partijen vast. Als de eiser de schade die hij stelt te hebben geleden door de gedaagde, vergoed wil hebben, zal hij niet kunnen volstaan met het vorderen van een verklaring voor recht. Althans, als de gedaagde niet vrijwillig op basis van het declaratoire vonnis de schade aan de eiser vergoedt, kan de eiser met dit vonnis niet bewerkstelligen dat de gedaagde gedwongen wordt tot betaling van de schadevergoeding. De eiser zal veroordeling tot betaling van schadevergoeding moeten vorderen. Een veroordelend – oftewel condemnatoir5 – vonnis is vatbaar voor tenuitvoerlegging in de zin van het tweede boek van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv). Dat neemt niet weg dat een rechter die een schadevergoedingsvordering toewijst, net als in het declaratoire vonnis, de rechtsverhouding tussen partijen vaststelt. Diverse schrijvers typeren het declaratoire vonnis om die reden als ‘het mindere’ van het condemnatoire vonnis.6